Van alle tredplantengemeenschappen in ons land is deze associatie het meest verwant aan de graslanden van voedselrijke standplaatsen, waarmee ze ook een aantal algemene graslandplanten gemeen heeft. De bodem is in het algemeen (sterk) verdicht en relatief zuurstofarm door betreding of berijding. Op brakke en zilte gronden in het kustgebied en langs wegen in het binnenland die ’s winters worden gepekeld, komt een vorm voor met Stomp kweldergras.
De associatie komt wijdverbreid voor in grote delen van het noordelijke halfrond, met een duidelijk optimum in het laagland. In Nederland is de associatie zeer algemeen in alle districten.
Naast algemene soorten als Engels raaigras, Straatgras, Grote weegbree en Gewoon varkensgras komen in de associatie zo nu en dan bijzondere soorten voor als IJzerhard en Wilde cichorei, die met hun uitgesproken taaie stengels goed tegen mechanisch belasting door tred of berijding kunnen. Ook de nieuwkomer Tengere rus, die op vochtige en humusrijke zandgrond (vooral op bospaden en in de middenberm van veldwegen) het aanzien van de begroeiing kan bepalen, maakt deel uit van dit rijtje.
Schaminée, J., Sýkora, K., Smits, N. en Horsthuis, M., 2010, Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, KNNV Uitgeverij Veldgids nr 25, pp. 183.