In de hoogopgaande begroeiing van oevers, sloten, schorren en kwelders op natte voedselrijke gronden tussen de hoog wordende planten van onder meer Scherpe zegge kun je vaak de typische opvallende groene bloeiwijze vinden van de Heen (ook wel Zeebies genaamd), Bolboschoenus maritimus. Net als scherpe zegge valt de scherp driekantige stengel die tot ruim een meter hoog kan worden op. Maar Heen onderscheidt zich van Scherpe zegge doordat de aren een pluimvormige bloeiwijze vormen met een drietal schutbladeren eromheen.
Heen of Zeebies, Bolboschoenus maritimus (L.) Palla, vroeger ook Scirpus maritimus genaamd, hoort tot de Cypergrassenfamilie. Ze heeft een scherp driekantige, met merg gevulde stengel die tot 150 cm hoog kan worden. De bladranden zijn niet ruw of snijdend. De overgang van bladschede naar bladschijf wordt aan de buitenkant gemarkeerd door twee lichte vlekken. De bladschijf is tot 1 cm breed.
Ondergronds heeft Heen wortelstokken en die kunnen plaatselijk knolvormig verdikt zijn. Ze worden enkele cm in doorsnede, zijn hard en vezelig en bruingrijs van kleur.
De bloeiwijze bestaat uit roestbruine aren en is dicht en korter dan de schutbladen, meestal in de vorm van een scherm of op een hoofdje gelijkend, aan de voet met meestal drie of soms twee, maar dan tegenoverstaande bladachtige schutbladen. Een enkele keer is er slechts één aar, maar dan is het schutblad langer dan de aar en altijd blad- of stengelachtig. De aren zijn groot 1-2(-4) cm lang en staan niet in twee rijen. De kafjes van de aren staan in een spiraal. Ze zijn eirond en aan de top ingesneden. In de insnijding staat een stekelpuntje. De bloemen zijn tweeslachtig en het vruchtbeginsel is niet door een urntje omgeven. Na bevruchting groeit het vruchtbeginsel uit tot een nootje van 3 mm lang, dat glanzend bruin van kleur is. De bloemen bevatten zes of minder borstels die ongeveer even lang zijn als de nootjes. Deze nootjes kunnen onder water kiemen, maar het plantjes ontwikkelt zich alleen maar verder als de kiemplanten met hun bladeren boven water komen.
Heen vind je als pionier op natte voedselrijke grond aan waterkanten, in sloten en op schorren en kwelders, bijvoorbeeld langs kreken. Ze kan zilt goed verdragen, maar zeewater geenszins. Ook kom je Heen wel tegen op akkers.
MM_120121
Heen, of Zeebies, is algemeen in de laaggelegen delen van Nederland. Verder groeit ze op hoge delen van schorren, langs kreken en in brakke sloten of plassen langs Nederlandse en de Belgische kust en in aangrenzende delen van Vlaanderen. Ook komt ze voor in en langs ondiep water in het gebied van de grote rivieren langs rivieroevers en in kleiafgravingen. In het zoetwatergetijdengebied groeit ze vrij diep in het water, samen met Riet en Mattenbies, waar ze door water aangevoerd zand invangt zodat het kan bezinken. Zo speelt ze een belangrijke rol bij de opbouw van deze oeverwallen. Ze kan met slootbagger op bouwland of in moestuinen terechtkomen, waar ze een echte plaag kan vormen.
Heen is een soort die kenmerkend is voor of als begeleidende soort een belangrijke rol speelt in een aantal plantengemeenschappen zoals uitgebreid te lezen is in Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland:
04Ba3 Associatie van Ruw kransblad
05Aa2 Associatie van Zilte waterranonkel
06Ac4 Associatie van Waterpunge en Oeverkruid
08Bb Rietverbond
29Aa2 Associatie van Goudzuring en Moerasandijvie
Er zijn verschillende grotere biezen. Heen of Zeebies verschilt van die andere grote biezen door een combinatie van kenmerken: de stengels zijn duidelijk driekantig en ze zijn alleenstaand en staan dus niet in pollen. De stengels zijn verder erg lang tot meer dan een meter. Aan de voet van de open bloeiwijze staan (meestal) drie schutbladeren, die langer zijn dan de bloeiwijze.
Uitgebreide informatie over Heen of Zeebies en de relaties met andere organismen is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 248.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 144.Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 188.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 234.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Bolboschóenus marítimus