Penningkruid, Lysimachia nummularia, is een op de grond liggende plant met tamelijk grote, in de oksels van de bladeren alleenstaande bloemen. Ze zijn geel van kleur en trechtervormig. Ze staat op zeer vochtige tot natte bodems langs beekoevers of aan de oever van plassen en open water. Ook heeft ze een voorkeur voor beschaduwde plaatsen. Ze kan hele matten vormen.
Penningkruid, Lysimachia nummularia L., is een op de grond liggende plant met mooie alleenstaande bloemen uit de Sleutelbloemenfamilie of Primulaceae.
Ze staat op zeer vochtige tot natte bodems langs beekoevers of aan de oever van plassen en open water. Ook heeft ze een voorkeur voor beschaduwde plaatsen in bossen. De gegroefde en daardoor een beetje kantige stengels wortelen op de knopen en zo ankert de plant in de grond. De stengel kan dan verder over de bodem uitgroeien en verderop weer opnieuw wortelen. Op deze manier kan de plant niet alleen hele matten vormen, maar ook kleine greppels of sleuven overbruggen. Je zou de wortelende stengeldelen kunnen beschouwen als een soort van bovengrondse wortelstok.
Aan de stengels staan de bladeren tegenover elkaar. De ronde bladeren hebben stelen die korter zijn dan het blad. Aan die ronde vorm, de vorm van een munt of penning, dankt de plantensoort zijn naam. Soms kunnen de bladeren een beetje in een stompe punt eindigen. Als je ze tegen het licht houdt kun je de rode klierpuntjes in de bladeren zien. Je moet wel een loep gebruiken.
De bloemen die in de oksels van de steelbladeren in de niet wortelende gedeelten van de stengel staan, zijn ongeveer even groot als de bladeren. Ze zijn geel van kleur en trechtervormig. De kelkbladen zijn eirond en gespitst en drukken met hun zijkant tegen elkaar. Ze lijken als het ware een vleugelrand te vormen. De vergroeide bloemkroonbladen hebben gewimperde slippen en rode klierpunten. De meeldraden zijn onderaan iets vergroeid en dragen oliekliertjes.
Opmerkelijk is dat er per bladpaar meestal één bloem staat.
De algemene meerjarige soort blijft ook in de winter groen. Op de hogere delen van onze zandgrondgebieden, het pleistocene deel van Nederland en België en bijvoorbeeld op de hoge delen in Zuid-Limburg is de plant minder algemeen.
MM_130801
Het verspreidingsgebied van Penningkruid omvat Europa met uitzondering van het hoge noorden. De soort is gebonden aan natte tot vochtige schaduwrijke bodems, die redelijk voedselrijk zijn. Ze is derhalve te vinden aan waterkanten, in brongebieden, op vochtige bodem in loofbos en in natte graslanden. In de laatste categorie valt de plantengemeenschap die in Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland beschreven is en waarin Penningkruid in de vochtige variant een belangrijke begeleidende soort is, namelijk de
12Ba1 Associatie van Geknikte vossenstaart
Op opname die we hier tonen is gemaakt bij een diepe poel in de buurt van Vortum Mullem in het Maasheggenlandschap. De ronde bladeren van Penningkruid hebben de Nederlandse naam tot gevolg gehad. De grote bloemen van Penningkruid worden bezocht door insecten, maar slechts zelden treedt er bestuiving en bevruchting op; er worden dan ook nauwelijks vruchten met zaden gevormd. De voortplanting en verspreiding is dan ook vrijwel uitsluitend vegetatief door uitlopers van de planten.
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Penningkruid verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 65.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 454. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 566.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 808.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Lysimáchia nummulária