Strandkweek - Elymus athericus

Zeekweek of Strandkweek is een overheersend blauwgrijs kleurig gras op hoge schorren en kwelders. Na de bloeiperiode blijft het gras nog lang strokleurig staan. Het lijkt sterk op Kweek, zoals we dat in het binnenland algemeen kennen. Een opvallend kenmerk zijn de lange haren aan tenminste één rand aan de schede van de bladeren. 

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Zeekweek, die ook wel Strandkweek werd genoemd, Elymus athericus (Link) Kerguélen, is een overblijvende plantensoort uit de Grassenfamilie of Poaceae. Ze is nauw verwant aan Kweek en Biestarwegras. Er komen regelmatig bastaarderingen voor, waardoor het vaak moeilijk is om te bepalen of een gevonden exemplaar tot de ene dan wel de andere soort binnen het geslacht hoort.
De planten kunnen grote aaneengesloten vegetaties vormen op de hoge kwelder en vallen dan op door hun blauwgrijze kleur, die na de bloei overgaat in strokleurig. Ze staan iets hoger op de kwelder of de schorren dan Zeealsem, Zulte en Klein schorrenkruid.
De planten hebben op de overgang van bladschede naar bladschijf twee oortjes en een heel kort tongetje van ongeveer 1 mm. Het oppervlak van de bladschede is verder niet behaard, maar tenminste aan één, de vrije zijde van de schede, en soms beide zijden staan kenmerkende lange haren. De bladschijf is duidelijk geribd door de nerven, die gedeeltelijk driehoekig, gedeeltelijk afgeplat zijn. Ook vallen de ruwe randen van de bladschijf op, die zijn met kleine stekeltjes bezet.
In de aar staan de aartjes afwisselend links en rechts op de heen en weer gebogen aaras ingeplant. Ze staan met een zijkant tegen de as, waardoor de twee kelkkafjes zichtbaar zijn en de aartjes derhalve niet in een en het zelfde vlak liggen met de as zoals we dat kennen van Engels of Italiaans raaigras. Elk aartje heeft meerdere bloemen, tenminste drie maar soms ook vijf. Als je het bloemetje opent of een openstaand bloemetje bekijkt kun je zien dat er 3 meeldraden aanwezig zijn van ruim 6 mm lang en dat het bovenstandig vruchtbeginsel aan de top behaard is.
MM_211003

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Elymus - Elymus
Plantvorm:
gras
Plantgrootte:
0.25 - 1.25 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
blauwgrijs
Bloeiwijze:
aar
Bloemvorm:
grasbloem
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
2 kelkkafjes, 2 kroonkafjes
Meeldraden:
3 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
2
Stempels:
2
Vrucht:
graanvrucht of korrel
Zaden:
-
Stengels:
hol tussen de knopen, rechtopstaand
Schors:
-
Bladstand:
in rijen
Bladvorm:
lijnvormig
Bladrand:
ruw
Ondergrondse delen:
rhizoom/ wortelstok, met ondergrondse uitlopers
Plantengemeenschappen:

Strand- of Zeekweek  is een kustplant van het zuiden en westen van Europa en bereikt zijn noordgrens aan de Deense kust. In de zuidwestelijke zeearmen van Nederland is het gras dominant op de gordels van aanspoelsel die je daar aantreft. 

De plantensoort 'Strandkweek' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Naamgeving

Zowel de Nederlandse naam als de wetenschappelijk namen zijn de laatste decennia nogal onderhevig aan wijzigingen. Zo is de oudere Nederlandse naam Strandkweek, tegenover de tegenwoordig gehanteerde naam Zeekweek. Ook de wetenschappelijke naam is nogal onderhevig aan wijzigingen wat samenhangt met  de gemakkelijk optredende bastaardering, maar ook met de steeds wijzigende inzichten in de juiste geslachtsindeling van deze grasachtige plantensoorten. Zo is het voormalige geslacht Elytrigia nu opgenomen in het geslacht Elymus, waartoe de soort overigens in de late jaren van de twintigste eeuw ook al werd gerekend.

Volgens de 23ste druk van Heukels nu Zeekweek (SL5463), Eytrigia maritima Tzelev, Zandkweek (SL2462) was vroeger de subspecies arenosa van Elytrigia repens (Kweek). De soort lijkt ook sterk op Zeekweek en is nu zelfs bij Zeekweek gevoegd in de 24ste druk van Heukels.

Beweiding

Van jonge planten worden de frisse spruiten graag gegeten door vee, maar als het gras ouder wordt mijdt vee het gras.

Nog meer informatie over de ecologie van Zeekweek of Strandkweek en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 133-134.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 236. In deze flora wordt de oudere wetenschappelijke naam Elytrigia atherica gebruikt. De Nederlandse naam is Zeekweek.

Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni) (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 280.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 295. De hier gebruikte namen zijn Strandkweek resp. Elytrigia pungens.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Élymus athéricus