Aan zijn stevige stekels aan het uiteinde van de lobben van de geveerde bladeren en aan het vrijwel steeds voorkomen van slechts een hoofdje met lichtpaarse tot rode buisbloemen is de Speerdistel, Cirsium vulgare, gemakkelijk te herkennen. Deze zeer algemene soort uit het geslacht Vederdistel tref je aan op omgewerkte grond.
Een opvallende soort onder de Vederdistels is de Speerdistel, Cirsium vulgare (Savi) Ten., die als forse plant tot wel 1,20 m hoog kan worden. Na de kieming ontstaat er een rozet, die kan uitgroeien tot een omvang met een doorsnede van wel 1 meter. In het tweede jaar kan uit deze rozet een vertakte stengel ontstaan. Maar als het in de winter stevig vriest, kan de rozet grotendeels bevroren raken. In dat geval zal het nog minstens een extra jaar duren waarin de rozet zich weer herstelt en voldoende reserves kan opbouwen om in een daaropvolgend jaar verder uit te groeien en te gaan bloeien. Het is een twee- tot meerjarige plant.
Aan de stengels en zijtakken zitten diep ingesneden geveerde bladeren. Ze zijn grijsgroen van kleur en de randen zijn bochtig getand waarbij de slippen uitlopen in stevige, gele tot 5 mm lange stekels, die erg kunnen prikken. De bovenkant van de bladeren is bezet met stijve borstelvormige haren, waardoor deze ook prikkend aanvoelen. De bladeren lopen in vleugels langs de stelen af wat zich voortzet langs de stengels.
Op de stengels zijn ook vleugels met stekels. Bovenaan de stengels tref je meestal een hoofdje aan met daarin rood tot lilapaarse buisbloemen. Deze kunnen tot 3 cm groot zijn. Het omwindsel heeft de vorm van een buikige fles, met de grootste breedte onderin het omwindsel. Hierin onderscheidt de Speerdistel zich van de Akkerdistel, die ook een meer trosvormige bloeiwijze heeft boven aan de stengels. De omwindselblaadjes van de Speerdistel zijn recht en lopen van de voet spits uit in een stekelpunt.
De algemeen voorkomende Speerdistel kiemt op zeer vochtige, open bodem die voedselrijk is. Je komt haar dan ook tegen op kapvlakten, dijkhellingen, bermen, duinen en in lichte loofbossen.
MM_121128
Speerdistel stamt uit Europa en West-Siberië en is overal ter wereld verspreid in de gematigde streken. In Nederland en België is ze een algemene soort. Ze is een kensoort van de ruderale plantengemeensschappen en komt daarin als kensoort tezamen met de Kruldistel voor, maar zoals in Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, beschreven is treedt Speerdistel ook op drooggevallen zandplaten in het kustgebied op in een droge variant van
27Aa2 Associatie van Strandduizendguldenkruid en Krielparnassia
31 Klasse der Ruderale gemeenschappen.
08Bb3 | Associatie van Heen en Grote waterweegbree | Alismato-Scirpetum maritimi |
08Bc2 | Associatie van Scherpe zegge | Caricetum gracilis |
08Bd2 | Pluimzegge-associatie | Caricetum paniculatae |
08Bd3 | Associatie van Stijve zegge | Caricetum elatae |
09Ba1 | Associatie van Schorpioenmos en Ronde zegge | Scorpidio-Caricetum diandrae |
09Ba4 | Knopbies-associatie | Junco baltici-Schoenetum nigricantis |
12Aa1 | Associatie van Engels raaigras en Grote weegbree | Plantagini-Lolietum perennis |
12Aa2 | Associatie van Varkenskers en Schijfkamille | Coronopodo-Matricarietum |
12Aa3 | Associatie van Vetmuur en Zilvermos | Bryo-Saginetum procumbentis |
12Ba1 | Associatie van Geknikte vossenstaart | Ranunculo-Alopecuretum geniculati |
12Ba2 | Associatie van Moeraszoutgras en Fioringras | Triglochino-Agrostietum stoloniferae |
12Ba3 | Associatie van Aardbeiklaver en Fioringras | Trifolio fragiferi-Agrostietum stoloniferae |
12Ba4 | Associatie van Kattedoorn en Zilte zegge | Ononido-Caricetum distantis |
14Aa2 | Duin-Buntgras-associatie | Violo-Corynephoretum |
14Ba1 | Vogelpootjes-associatie | Ornithopodo-Corynephoretum |
14Bb1 | Associatie van Schapegras en Tijm | Festuco-Thymetum serpylli |
14Bb2 | Duin-Struisgras-associatie | Festuco-Galietum veri |
14Bc1 | Associatie van Vetkruid en Tijm | Sedo-Thymetum pulegioidis |
14Ca1 | Duinsterretjes-associatie | Phleo-Tortuletum ruraliformis |
14Ca2 | Kegelsilene-associatie | Sileno-Tortuletum ruraliformis |
14Ca3 | Associatie van Oranjesteeltje en Langkapselsterretje | Tortello-Bryoerythrophylletum |
14Cb1 | Duin-Paardebloem-associatie | Taraxaco-Galietum veri |
14Cb2 | Associatie van Wondklaver en Nachtsilene | Anthyllido-Silenetum |
15Aa1 | Kalkgrasland | Gentiano-Koelerietum |
16Ab3 | Associatie van Echte koekoeksbloem en Gevleugeld hertshooi | Lychnido-Hypericetum tetrapteri |
16Ab4 | Associatie van Boterbloemen en Waterkruiskruid | Ranunculo-Senecionetum aquatici |
16Ab5 | Bosbies-associatie | Scirpetum sylvatici |
16Ab6 | Associatie van Gewone engelwortel en Moeraszegge | Angelico-Cirsietum oleracei |
16Ba2 | Associatie van Grote pimpernel en Weidekervel | Sanguisorbo-Silaetum |
16Bb1 | Glanshaver-associatie | Arrhenatheretum elatioris |
16Bc1 | Kamgrasweide | Lolio-Cynosuretum |
16Bc2 | Associatie van Ruige weegbree en Aarddistel | Galio-Trifolietum |
17Aa1 | Associatie van Dauwbraam en Marjolein | Rubo-Origanetum |
17Aa2 | Associatie van Parelzaad en Salomonszegel | Polygonato-Lithospermetum |
18Aa2 | Associatie van Boshavikskruid en Gladde witbol | Hieracio-Holcetum mollis |
19Aa1 | Associatie van Liggend walstro en Schapengras | Galio hercynici-Festucetum ovinae |
19Aa2 | Associatie van Klokjesgentiaan en Borstelgras | Gentiano pneumonanthes-Nardetum |
19Aa3 | Associatie van Maanvaren en Vleugeltjesbloem | Botrychio-Polygaletum |
20Ab1 | Associatie van Zandzegge en Kraaihei | Carici arenariae-Empetretum |
20Ab2 | Associatie van Eikvaren en Kraaihei | Polypodio-Empetretum |
20Ab3 | Associatie van Kruipwilg en Kraaihei | Salici repentis-Empetretum |
20Ab4 | Associatie van Wintergroen en Kruipwilg | Pyrolo-Salicetum |
21Ab1 | Muurvaren-associatie | Asplenietum ruto-murario-trichomanis |
22Aa1 | Strandmelde-associatie | Atriplicetum littoralis |
22Ab1 | Associatie van Loogkruid en Zeeraket | Salsolo-Cakiletum maritimae |
23Ab1 | Associatie van Zandhaver en Helm | Elymo-Ammophiletum |
26Aa1 | Associatie van Gewoon kweldergras | Puccinellietum maritimae |
26Aa3 | Zoutmelde-associatie | Halimionetum portulacoides |
26Ab1 | Associatie van Stomp kweldergras | Puccinellietum distantis |
26Ac1 | Associatie van Zilte rus | Juncetum gerardi |
26Ac2 | Associatie van Engels gras en Rood zwenkgras | Armerio-Festucetum litoralis |
26Ac3 | Kwelderzegge-associatie | Junco-Caricetum extensae |
26Ac5 | Zeealsem-associatie | Artemisietum maritimae |
26Ac6 | Associatie van Spiesmelde en Strandkweek | Atriplici-Elytrigietum pungentis |
26Ac7 | Associatie van Zeerus en Zilt torkruid | Oenantho lachenalii-Juncetum maritimi |
27Aa1 | Associatie van Zeevetmuur en Deens lepelblad | Sagino maritimae-Cochlearietum danicae |
27Aa2 | Associatie van Strandduizendguldenkruid en Krielparnassia | Centaurio-Saginetum |
28Aa2 | Associatie van Borstelbies en Moerasmuur | Isolepido-Stellarietum uliginosae |
29Aa1 | Associatie van Waterpeper en Tandzaad | Polygono-Bidentetum |
29Aa2 | Associatie van Goudzuring en Moerasandijvie | Rumicetum maritimi |
29Aa3 | Associatie van Ganzevoet en Beklierde duizendknoop | Chenopodietum rubri |
29Aa4 | Slijkgroen-associatie | Eleocharito acicularis-Limoselletum |
30Aa1 | Stoppelleeuwebek-associatie | Kickxietum spuriae |
30Ab1 | Associatie van Grote ereprijs en Witte krodde | Veronico-Lamietum hybridi |
30Ab2 | Tuinbingelkruid-associatie | Mercurialietum annuae |
30Ab3 | Associatie van Korrelganzevoet en Stijve klaverzuring | Chenopodio-Oxalidetum fontanae |
30Ba1 | Korensla-associatie | Sclerantho annui-Arnoseridetum |
30Bb1 | Associatie van Gele ganzebloem | Spergulo arvensis-Chrysanthemetum |
31Aa1 | Vlieszaad-associatie | Bromo-Corispermetum |
31Aa2 | Associatie van Raketten en Kompassla | Erigeronto-Lactucetum |
31Ab1 | Associatie van Kleine brandnetel | Urtico-Malvetum neglectae |
31Ab2 | Kruipertjes-associatie | Hordeetum murini |
31Ab3 | Associatie van Ballote en andere Netels | Balloto-Arctietum |
31Ba1 | Slangenkruid-associatie | Echio-Verbascetum |
31Ca1 | Honingklaver-associatie | Echio-Melilotetum |
31Ca2 | Kweekdravik-associatie | Bromo inermis-Eryngietum campestris |
31Ca3 | Wormkruid-associatie | Tanaceto-Artemisietum |
32Aa1 | Associatie van Moerasspirea en Echte Valeriaan | Valeriano-Filipenduletum |
32Ba1 | Rivierkruiskruid-associatie | Valeriano-Senecionetum fluviatilis |
32Ba2 | Moerasmelkdistel-associatie | Soncho-Epilobietum hirsuti |
32Ba3 | Associatie van Strandkweek en Echte heemst | Oenantho-Althaeetum |
33Aa1 | Associatie van Fijne kervel en Winterpostelein | Claytonio-Anthriscetum caucalidis |
33Aa2 | Heggedoornzaad-associatie | Torilidetum japonicae |
33Aa3 | Kruisbladwalstro-associatie | Urtico-Cruciatetum laevipedis |
33Aa4 | Associatie van Look-zonder-look en Dolle kervel | Alliario-Chaerophylletum temuli |
33Aa5 | Zevenblad-associatie | Urtico-Aegopodietum |
33Aa6 | Kruidvlier-associatie | Heracleo-Sambucetum ebuli |
34Aa1 | Wilgenroosjes-associatie | Senecioni sylvatici-Epilobietum angustifolii |
35Aa2 | Associatie van Witte bosbraam | Rubetum silvatici |
36Aa1 | Associatie van Geoorde wilg | Salicetum auritae |
36Aa2 | Associatie van Grauwe wilg | Salicetum cinereae |
37Ab1 | Associatie van Sleedoorn en Eenstijlige meidoorn | Pruno-Crataegetum |
37Ac1 | Associatie van Duindoorn en Vlier | Hippophao-Sambucetum |
37Ac2 | Associatie van Duindoorn en Liguster | Hippophao-Ligustretum |
37Ac3 | Associatie van Wegedoorn en Eenstijlige meidoorn | Rhamno-Crataegetum |
37Ac5 | Associatie van Hazelaar en Purperorchis | Orchio-Cornetum |
38Aa1 | Bijvoet-ooibos | Artemisio-Salicetum albae |
38Aa2 | Gele lis-ooibos | Irido-Salicetum albae |
38Aa3 | Bittere veldkers-ooibos | Cardamino amarae-Salicetum albae |
39Aa2 | Elzenzegge-Elzenbroek | Carici elongatae-Alnetum |
40Aa1 | Dophei-Berkenbroek | Erico-Betuletum pubescentis |
42Aa2 | Beuken-Zomereikenbos | Fago-Quercetum |
43Aa1 | Abelen-Iepenbos | Violo odoratae-Ulmetum |
43Aa2 | Essen-Iepenbos | Fraxino-Ulmetum |
43Aa3 | Meidoorn-Berkenbos | Crataego-Betuletum pubescentis |
43Aa5 | Vogelkers-Essenbos | Pruno-Fraxinetum |
43Ab1 | Eiken-Haagbeukenbos | Stellario-Carpinetum |
Tijdens de groei neemt Speerdistel veel stikstof uit de bodem op, zodat de bodem voedselarm wordt. Na een paar jaar kunnen er daardoor geen Speerdistels meer op groeien, als er geen aanvoer is geweest van mineralen, met name stikstof. Pas als de afgestorven planten vergaan zijn en er weer voldoende stikstof in de bodem is gekomen kan de soort weer kiemen en te voorschijn komen.
Als u geïnteresseerd bent in meer uitgebreide gegevens over de ecologie van de Speerdistel, de relaties met andere organismen en het milieu, dan vindt u dat in Weeda, E.J. et al., (1991) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 4: 134-136.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 619. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 667.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 1011 en 1095.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam; Círsium vulgáre