Geelhartje - Linum catharticum

Geelhartje, Linum Catharticum, is een vrij spichtige en tere plant met kleine witte bloemen die een geel hartje hebben. In feite zijn het de smalle onderste delen van de kroonbladen, de nagels, die geel zijn en daardoor het gele hartje vormen. De tere planten hebben dunne stengels, ze lijken daardoor ook meer in de vegetatie te liggen dan dat ze staan. De smalle kleine bladeren zitten tegenover elkaar aan de niet zo sterk vertakte stengels.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Het meestal éénjarige en soms tweejarige Geelhartje, Linum catharticum L., uit de Vlasfamilie of Linaceae, is een tere plant die voorkomt in de duinen en op kalkgrasland, maar ook op vochtige heide en veen. De onopvallende planten zijn spichtig van vorm doordat ze weinig vertakt zijn. Ze vallen daardoor nauwelijks op in de grasland vegetatie waarin ze staan.

Op hun wortelstelsel ontwikkelt de plant dunne stengels waaraan de kleine smalle, bijna lijnvormige bladeren tegenover elkaar zitten. Aan de top van de stengels staan de bloeiwijzen, die voor de bloei voorover hangen. Het zijn gevorkte bijschermen met daarin vijftallige kleine bloemen. Vijf vrije kelkbladen omgeven de andere bloemdelen. De kroonbladen, niet meer dan een paar mm groot, hebben witte platen, dat is het brede bovenste deel van het kroonblad, en gele nagels, het smalle onderste gedeelte dat binnen de kelk is opgesloten. Die gele nagels zorgen voor het gele hartje van de bloem. Naast vijf meeldraden zijn er nog vijf zogenaamde staminodiën, in dit geval honingklieren. Het bovenstandig vruchtbeginsel groeit na bestuiving en bevruchting uit tot een doosvrucht.

Alles aan Geelhartje is klein en fijn, waardoor de planten moeilijk te vinden zijn. Wanneer je ze echter vindt, betekent dat meestal wel dat er veel andere bijzondere plantensoorten in de directe omgeving te vinden zijn.

MM_220703

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Vlas - Linum
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.05 - 0.20 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
geel, wit
Bloeiwijzen:
gevorkt bijscherm, bijscherm
Bloemvormen:
vijftallig, regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 kelkbladen, 5 kroonbladen
Meeldraden:
5 vergroeid met elkaar
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
5
Vrucht:
doosvrucht
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, behaard, liggend
Schors:
-
Bladstand:
tegenoverstaand
Bladvorm:
lijnvormig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
hoofd- en bijwortels
Plantengemeenschappen:

Het areaal van Geelhartje is vrij omvangrijk en omvat Europa en het westen van Azië, maar niet in het te koude noorden. Ook in het oosten van Noord-Amerika is de soort thuis. in onze contreien beperkt het voorkomen zich vooral tot de duinen en kalkgraslanden. 

De plantensoort 'Geelhartje' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Zijn bescheidenheid is wellicht het meest bijzondere van Geelhartje.

Uitgebreidere informatie over de ecologie van Geelhartje en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 164-165.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 352. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 427.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 591.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Línum cathárticum