In bermen, graslanden en akkers zie je in de zomer vaak de mooie witte tot roze of roze-gestreepte bloemen van de Akkerwinde, of Convolvulus arvensis. De stengels van deze plant liggen op de grond, maar zodra ze grassen of andere hoger opgroeiende planten aantreffen kunnen de stengels zich al windend omhoog werken. Dan zie je de bloemen die fijner en kleiner zijn dan die van de Haagwinde ook hogerop in de akkervegetatie.
De Akkerwinde, Convolvulus arvensis L., hoort tot de Windefamilie of Convolvulaceae. Deze familie kenmerkt zich onder andere doordat de stengels van de plantensoorten uit deze familie allemaal windend zijn. Dat klimmen hebben ze overigens gemeenschappelijk met de andere in de Benelux voorkomende liaanachtige planten zoals de Bosrank (of Clematis), waarbij de plant omhoog klimt door middel van de ranken aan de top van de samengestelde bladeren, die zich om takken van andere bomen en struiken winden. De bladeren van de Akkerwinde staan verspreid aan de stengel, ze zijn enkelvoudig en zonder steunblaadjes. De bloemen, die lekker geuren naar vanille, zijn regelmatig en de meeldraden staan op de vergroeide bloemkroon ingeplant.
De Akkerwinde onderscheidt zich van de Haagwinde en de Zeewinde, doordat de steelblaadjes klein zijn en ongeveer halverwege de bloemsteel zijn geplaatst. De plant is kaal of slechts zeer weinig behaard. De bladeren zijn langwerpig tot eirond en hebben een pijl- of spiesvormige voet. Soms hebben ze een stekelpuntje aan de top. De bloemen hebben een bovenstandig vruchtbeginsel dat tot een kale doosvrucht met 1-4 soms zelfs meer zaden kan uitgroeien, maar dat gebeurt zelden. De stempellobben zijn draadvormig. De trechtervormige bloemkroon is geheel wit of roze, of heeft duidelijke witte of roze strepen. De bloemkroon is vijfmaal zolang als de kelk.
De plant kan van 20 tot 100 cm groot worden en is een echte zomerbloeier (juni-september). Het is een ruigteplant die je aantreft op matig vochtige, voedselrijke en omgewoelde grond. Je vindt hem algemeen langs akkerranden, maar ook in bermen en op braakliggend land en op stenige groeiplaatsen zoals bij voorbeeld de spoorwegtaluds. Ook vind je de soort op rivierduinen bijvoorbeeld in de Millingerwaard langs de Waal. Vrij zeldzaam is de Akkerwinde in de duinen en de IJsselmeerpolders, maar in de dorpen in de duingebieden vind je de Akkerwinde toch vaak in weilandjes, dus daar waar de mens zijn invloed doet gelden. Het is een echte cultuurvolger die uit Zuid Europa afkomstig is.
MM_111023
Het oorspronkelijke areaal van Akkerwinde is het Middellandse Zeegebied, maar de soort is een cultuurvolger bij uitstek en derhalve vind je haar nu in alle gematigde en warmere delen van de aarde. In onze contreien is ze algemeen, met uitzondering van de Veluwe en het meest noordoostelijk deel van Nederland.
Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland delen Akkerwinde in in de
30Aa1 Stoppelleeuwenbekjes-associatie
30Ab2 Tuinbingelkruid-associatie
Als de stengel van Akkerwinde een object tegenkomt draait ze linksom om dat object heen en werkt zich op die manier de hoogte in; het is dus een echte klimmende stengel.
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Akkerwinde verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 121.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 487. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 598.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 826.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Convólvulus arvénsis.