In vaker natte en soms overstroomde delen van de uiterwaarden vind je een grassoort die een aarvormige bloeiwijze heeft die een kleine versie lijkt van de aar van de Grote vossenstaart. Je hebt dan te doen met de Geknikte vossenstaart, Alopecurus geniculatus. Dit wat fijnere gras dan de andere soort heeft stengels die gedeeltelijk op de bodem liggen en dan op de knopen buigen en zich oprichten. Daar dankt dit gras zijn Nederlandse soortsnaam "geknikt" aan.
Geknikte vossenstaart, Alopecurus geniculatus L., is een tot hooguit 45 cm hoog wordend aargras. De aar lijkt wat de vorm betreft zeer op die van de Grote vossenstaart maar is kleiner, fijner en dunner, slechts 3-7 mm breed. Door de zachte haren in de aar en de niet opengaande bloemetjes tijdens de bloei blijft de aar in de sigaarvorm of vossenstaart vorm. De bloemetjes bloeien eerst vrouwelijk en een paar dagen later pas mannelijk waardoor er geen zelfbevruchting van deze windbestuiver kan optreden. De helmknoppen kleuren eerst roomwit, later paars en zijn tenslotte bruin als het pollen eruit is.
De stengel ligt voor een deel op de bodem en op de knopen wortelt deze. Ook kunnen er uitlopers ontstaan, waardoor er hele matten in de vegetatie gevormd worden. Door op de andere dan de bewortelde knopen vervolgens te knikken, buigt de bloeistengel omhoog. In zeer natte en overstroomde omstandigheden kan de stengel ook in het water drijven.
De ribben op de bladbovenkant zijn dicht opeen geplaatst, springen sterk uit en zijn scherp driehoekig in doorsnede. Het spitse tongetje dat op de overgang van bladschede en bladschijf te vinden is, is tot 5 mm lang.
Geknikte vossenstaart vind je in de uiterwaarden van de grote rivieren, in drassige weilanden, ook in brak gebied op schorren en kwelders en in ondiep water. De plant kan goed tegen betreding, kan een paar jaar oud worden, maar een lang leven is haar niet beschoren.
MM_120121
Geknikte vossenstaart vind je in de uiterwaarden van de grote rivieren, in drassige, zeer voedselrijke weilanden, in modderige terreinen, ook in brak gebied op schorren en kwelders en in ondiep water. De plant kan goed tegen betreding en ze kan ook tegen zout, vandaar haar voorkomen in brakke gebieden.
In Nederland is ze algemeen in het hele land, behalve in Zuid-Limburg, waar ze zeldzaam is. Ook in België is ze algemeen, behalve in Vlaanderen, Brabant en de Ardennen. Vanwege haar standplaatsvoorkeur wordt ze veel aangeplant in gebieden die door industrie zijn aangetast.
De plantengemeenschap in de uiterwaarden van onze rivieren waarin ze voorkomt wordt uitgebreid beschreven in Schaminee J., et al. 2010 Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland:
12Ba1 Associatie van Geknikte vossenstaart
Het meest bijzondere aan Geknikte vossenstaart is wel het gegeven dat de stengels op de knopen kunnen knikken. Van de eigenschap dat dit gras goed tegen betreding, overstroming, zout en zeer voedselrijke omstandigheden kan, wordt gebruik gemaakt om de soort in te zaaien op verlaten en modderige fabrieksterreinen. Ze draagt daar bij aan terreinverbetering.
Meer informatie over de ecologie en relaties van Geknikte vossenstaart zijn te vinden in Weeda, E.J. (2003) Nederlandse oecologische flora. Wilde planten en hun relaties, deel 5: 183.
Uitgebreide gegevens om Geknikte vossenstaart te determineren kunnen gevonden worden in Meijden, R. van der (2005) Heukels' flora van Nederland, 23 ste druk: 229-230. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 273.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 271.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Alopecúrus geniculátus