In april tref je vaak volop goudgeel gekleurde weilanden aan. Deze overdadige kleur wordt teweeg gebracht door de Paardenbloem, Taraxacum officinale. De zeer algemene soort is een bekende vertegenwoordiger van de composieten. Paardenbloemen hebben een rozet met grote veerdelige bladeren, een onvertakte bladloze stengel en een bloemhoofdje, met daarop honderden lintbloemen. Het zijn planten met wit melksap. De vruchten worden na rijping aan witte uit haren bestaande 'parachuutjes' verspreid. Deze haren noemen we pappus.
De Paardenbloem, Taraxacum officinale F.H.Wigg., is een zeer algemeen voorkomende soort uit de Composietenfamilie. De meest voorkomende Paardenbloemen worden tot de sectie Ruderalia gerekend. De plant die we op video hebben gezet behoort hiertoe.
De bladeren van de Paardenbloem vormen een rozet en de onvertakte steel is bladloos. De vorm van de bladeren is meestal lijnlancetvormig, waarbij ze vaak veerspletig tot veerdelig zijn ingesneden of getand. De oppervlakte van de bladeren is kaal of iets wollig behaard.
Het hoofdje bevat honderden lintbloemen. Het omwindsel van het hoofdje is veelrijig, waarbij de blaadjes van de buitenste rijen korter zijn en vaak teruggeslagen. De bloembodem van het hoofdje is zonder stroschubben; dit zijn doorzichtige schubben die tussen de bloemetjes bij een aantal composieten te vinden zijn. De kale bloembodem van een hoofdje lijkt op een kussen.
De nootjes zijn lang gesnaveld. Aan de voet van de snavel zijn ze versmald en daar getand. De pappusharen zijn wit en onvertakt. Ze zijn te beschouwen als een gereduceerde kelk en vormen het parapluutje waaraan de nootjes door de lucht kunnen zweven.
De planten hebben wit melksap, dat je te zien krijgt als je de steel doorbreekt of een blad kapot scheurt. Op het hoofdje van de Paardenbloem zie je vaak insecten als vliegjes rondscharrelen. Mogelijk brengen ze daarbij stuifmeel (of pollen) van de ene naar de andere bloem en zorgen dan voor de bevruchting. Maar vooral zelfbestuiving in de vorm van apogamie (zie bijzonderheden) komt het meest voor.
Paardenbloemen groeien in vochtige tot natte voedselrijke graslanden, maar ook in bermen en gazons. Ook op betreden paden vind je de Paardenbloem en zelfs op droge zandige voedselarme bodems zoals in de duinen. Soms wordt de hier veel minder uitbundige Paardenbloem, die daar vaak een rode steel heeft, tot een aparte soort gerekend, de Zandpaardenbloem.
MM_110411
Laatste wijziging 191120
Het areaal van Paardenbloem omvat Europa, West-Azië en Noord-Afrika. Door de mens is de soort inmiddels in Noord-Amerika terecht gekomen en daar ingeburgerd. Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland beschrijft Paardenbloem als een belangrijke soort in het
16Ba Verbond van Grote vossenstaart
05Aa2 | Associatie van Zilte waterranonkel | Ranunculetum baudotii |
07Aa1 | Bronkruid-associatie | Philonotido fontanae-Montietum |
07Aa2 | Associatie van Paarbladig goudveil | Pellio epiphyllae-Chrysosplenietum oppositifolii |
07Aa3 | Kegelmos-associatie | Pellio-Conocephaletum |
08Aa2 | Associatie van Blauwe waterereprijs en Waterpeper | Polygono-Veronicetum anagallidis-aquaticae |
08Ab1 | Watertorkruid-associatie | Rorippo-Oenanthetum aquaticae |
08Bb4 | Riet-associatie | Typho-Phragmitetum |
08Bc1 | Oeverzegge-associatie | Caricetum ripariae |
08Bc2 | Associatie van Scherpe zegge | Caricetum gracilis |
08Bd2 | Pluimzegge-associatie | Caricetum paniculatae |
09Aa2 | Veenmosrietland | Pallavicinio-Sphagnetum |
09Aa3 | Associatie van Moerasstruisgras en Zompzegge | Carici curtae-Agrostietum caninae |
09Ba2 | Associatie van Vetblad en Vlozegge | Campylio-Caricetum dioicae |
09Ba4 | Knopbies-associatie | Junco baltici-Schoenetum nigricantis |
09Ba5 | Associatie van Bonte paardestaart en Moeraswespenorchis | Equiseto variegati-Salicetum repentis |
11Aa3 | Associatie van Kraaihei en Gewone dophei | Empetro-Ericetum |
12Aa1 | Associatie van Engels raaigras en Grote weegbree | Plantagini-Lolietum perennis |
12Aa2 | Associatie van Varkenskers en Schijfkamille | Coronopodo-Matricarietum |
12Aa3 | Associatie van Vetmuur en Zilvermos | Bryo-Saginetum procumbentis |
12Ba1 | Associatie van Geknikte vossenstaart | Ranunculo-Alopecuretum geniculati |
12Ba2 | Associatie van Moeraszoutgras en Fioringras | Triglochino-Agrostietum stoloniferae |
12Ba3 | Associatie van Aardbeiklaver en Fioringras | Trifolio fragiferi-Agrostietum stoloniferae |
12Ba4 | Associatie van Kattedoorn en Zilte zegge | Ononido-Caricetum distantis |
13Aa1 | Associatie van Tengere veldmuur | Cerastietum pumili |
13Aa2 | Associatie van Kandelaartje en Plat beemdgras | Saxifrago tridactylitis-Poetum compressae |
14Aa2 | Duin-Buntgras-associatie | Violo-Corynephoretum |
14Ba1 | Vogelpootjes-associatie | Ornithopodo-Corynephoretum |
14Bb1 | Associatie van Schapegras en Tijm | Festuco-Thymetum serpylli |
14Bb2 | Duin-Struisgras-associatie | Festuco-Galietum veri |
14Bc1 | Associatie van Vetkruid en Tijm | Sedo-Thymetum pulegioidis |
14Bc2 | Associatie van Sikkelklaver en Zachte haver | Medicagini-Avenetum pubescentis |
14Ca1 | Duinsterretjes-associatie | Phleo-Tortuletum ruraliformis |
14Ca2 | Kegelsilene-associatie | Sileno-Tortuletum ruraliformis |
14Ca3 | Associatie van Oranjesteeltje en Langkapselsterretje | Tortello-Bryoerythrophylletum |
14Cb1 | Duin-Paardebloem-associatie | Taraxaco-Galietum veri |
14Cb2 | Associatie van Wondklaver en Nachtsilene | Anthyllido-Silenetum |
15Aa1 | Kalkgrasland | Gentiano-Koelerietum |
16Aa1 | Blauwgrasland | Cirsio dissecti-Molinietum |
16Ab1 | Veldrus-associatie | Crepido-Juncetum acutiflori |
16Ab2 | Associatie van Harlekijn en Ratelaar | Rhinantho-Orchietum morionis |
16Ab3 | Associatie van Echte koekoeksbloem en Gevleugeld hertshooi | Lychnido-Hypericetum tetrapteri |
16Ab4 | Associatie van Boterbloemen en Waterkruiskruid | Ranunculo-Senecionetum aquatici |
16Ab5 | Bosbies-associatie | Scirpetum sylvatici |
16Ab6 | Associatie van Gewone engelwortel en Moeraszegge | Angelico-Cirsietum oleracei |
16Ba1 | Kievitsbloem-associatie | Fritillario-Alopecuretum pratensis |
16Ba2 | Associatie van Grote pimpernel en Weidekervel | Sanguisorbo-Silaetum |
16Bb1 | Glanshaver-associatie | Arrhenatheretum elatioris |
16Bc1 | Kamgrasweide | Lolio-Cynosuretum |
16Bc2 | Associatie van Ruige weegbree en Aarddistel | Galio-Trifolietum |
17Aa1 | Associatie van Dauwbraam en Marjolein | Rubo-Origanetum |
17Aa2 | Associatie van Parelzaad en Salomonszegel | Polygonato-Lithospermetum |
18Aa1 | Associatie van Hengel en Gladde witbol | Hyperico pulchri-Melampyretum pratensis |
18Aa2 | Associatie van Boshavikskruid en Gladde witbol | Hieracio-Holcetum mollis |
19Aa1 | Associatie van Liggend walstro en Schapengras | Galio hercynici-Festucetum ovinae |
19Aa2 | Associatie van Klokjesgentiaan en Borstelgras | Gentiano pneumonanthes-Nardetum |
19Aa3 | Associatie van Maanvaren en Vleugeltjesbloem | Botrychio-Polygaletum |
20Ab1 | Associatie van Zandzegge en Kraaihei | Carici arenariae-Empetretum |
20Ab2 | Associatie van Eikvaren en Kraaihei | Polypodio-Empetretum |
20Ab3 | Associatie van Kruipwilg en Kraaihei | Salici repentis-Empetretum |
20Ab4 | Associatie van Wintergroen en Kruipwilg | Pyrolo-Salicetum |
21Aa1 | Associatie van Klein glaskruid | Asplenio-Parietarietum judaicae |
21Ab1 | Muurvaren-associatie | Asplenietum ruto-murario-trichomanis |
21Ab2 | Tongvaren-associatie | Filici-Saginetum |
23Aa1 | Associatie van Zandhaver en Biestarwegras | Honckenyo-Agropyretum juncei |
23Ab1 | Associatie van Zandhaver en Helm | Elymo-Ammophiletum |
26Aa1 | Associatie van Gewoon kweldergras | Puccinellietum maritimae |
26Ab1 | Associatie van Stomp kweldergras | Puccinellietum distantis |
26Ab3 | Associatie van Bleek kweldergras | Puccinellietum capillaris |
26Ac1 | Associatie van Zilte rus | Juncetum gerardi |
26Ac2 | Associatie van Engels gras en Rood zwenkgras | Armerio-Festucetum litoralis |
26Ac6 | Associatie van Spiesmelde en Strandkweek | Atriplici-Elytrigietum pungentis |
27Aa1 | Associatie van Zeevetmuur en Deens lepelblad | Sagino maritimae-Cochlearietum danicae |
27Aa2 | Associatie van Strandduizendguldenkruid en Krielparnassia | Centaurio-Saginetum |
28Aa1 | Draadgentiaan-associatie | Cicendietum filiformis |
28Aa2 | Associatie van Borstelbies en Moerasmuur | Isolepido-Stellarietum uliginosae |
28Aa3 | Associatie van Dwergbloem en Hauwmos | Centunculo-Anthocerotetum punctati |
28Aa4 | Grondster-associatie | Digitario-Illecebretum |
29Aa1 | Associatie van Waterpeper en Tandzaad | Polygono-Bidentetum |
29Aa2 | Associatie van Goudzuring en Moerasandijvie | Rumicetum maritimi |
29Aa3 | Associatie van Ganzevoet en Beklierde duizendknoop | Chenopodietum rubri |
29Aa4 | Slijkgroen-associatie | Eleocharito acicularis-Limoselletum |
30Aa1 | Stoppelleeuwebek-associatie | Kickxietum spuriae |
30Ab1 | Associatie van Grote ereprijs en Witte krodde | Veronico-Lamietum hybridi |
30Ab2 | Tuinbingelkruid-associatie | Mercurialietum annuae |
30Ab3 | Associatie van Korrelganzevoet en Stijve klaverzuring | Chenopodio-Oxalidetum fontanae |
30Ba1 | Korensla-associatie | Sclerantho annui-Arnoseridetum |
30Ba2 | Associatie van Ruige klaproos | Papaveretum argemones |
30Bb1 | Associatie van Gele ganzebloem | Spergulo arvensis-Chrysanthemetum |
30Bb2 | Hanepoot-associatie | Echinochloo-Setarietum |
31Aa1 | Vlieszaad-associatie | Bromo-Corispermetum |
31Aa2 | Associatie van Raketten en Kompassla | Erigeronto-Lactucetum |
31Ab1 | Associatie van Kleine brandnetel | Urtico-Malvetum neglectae |
31Ab2 | Kruipertjes-associatie | Hordeetum murini |
31Ab3 | Associatie van Ballote en andere Netels | Balloto-Arctietum |
31Ba1 | Slangenkruid-associatie | Echio-Verbascetum |
31Ca1 | Honingklaver-associatie | Echio-Melilotetum |
31Ca2 | Kweekdravik-associatie | Bromo inermis-Eryngietum campestris |
31Ca3 | Wormkruid-associatie | Tanaceto-Artemisietum |
32Aa1 | Associatie van Moerasspirea en Echte Valeriaan | Valeriano-Filipenduletum |
32Ba2 | Moerasmelkdistel-associatie | Soncho-Epilobietum hirsuti |
33Aa1 | Associatie van Fijne kervel en Winterpostelein | Claytonio-Anthriscetum caucalidis |
33Aa2 | Heggedoornzaad-associatie | Torilidetum japonicae |
33Aa3 | Kruisbladwalstro-associatie | Urtico-Cruciatetum laevipedis |
33Aa4 | Associatie van Look-zonder-look en Dolle kervel | Alliario-Chaerophylletum temuli |
33Aa5 | Zevenblad-associatie | Urtico-Aegopodietum |
33Aa6 | Kruidvlier-associatie | Heracleo-Sambucetum ebuli |
34Aa1 | Wilgenroosjes-associatie | Senecioni sylvatici-Epilobietum angustifolii |
35Aa1 | Associatie van Bronskleurige bosbraam | Rubetum grati |
35Aa2 | Associatie van Witte bosbraam | Rubetum silvatici |
36Aa2 | Associatie van Grauwe wilg | Salicetum cinereae |
37Ab1 | Associatie van Sleedoorn en Eenstijlige meidoorn | Pruno-Crataegetum |
37Ab2 | Associatie van Hondsroos en Jeneverbes | Roso-Juniperetum |
37Ac1 | Associatie van Duindoorn en Vlier | Hippophao-Sambucetum |
37Ac2 | Associatie van Duindoorn en Liguster | Hippophao-Ligustretum |
37Ac3 | Associatie van Wegedoorn en Eenstijlige meidoorn | Rhamno-Crataegetum |
37Ac4 | Associatie van rozen en Liguster | Pruno spinosae-Ligustretum |
37Ac5 | Associatie van Hazelaar en Purperorchis | Orchio-Cornetum |
38Aa1 | Bijvoet-ooibos | Artemisio-Salicetum albae |
38Aa2 | Gele lis-ooibos | Irido-Salicetum albae |
38Aa3 | Bittere veldkers-ooibos | Cardamino amarae-Salicetum albae |
39Aa2 | Elzenzegge-Elzenbroek | Carici elongatae-Alnetum |
40Aa2 | Zompzegge-Berkenbroek | Carici curtae-Betuletum pubescentis |
41Aa1 | Gaffeltandmos-Jeneverbestruweel | Dicrano-Juniperetum |
41Aa3 | Kussentjesmos-Dennenbos | Leucobryo-Pinetum |
42Aa1 | Berken-Eikenbos | Betulo-Quercetum roboris |
42Aa2 | Beuken-Zomereikenbos | Fago-Quercetum |
42Ab1 | Veldbies-Beukenbos | Luzulo luzuloidis-Fagetum |
43Aa1 | Abelen-Iepenbos | Violo odoratae-Ulmetum |
43Aa2 | Essen-Iepenbos | Fraxino-Ulmetum |
43Aa3 | Meidoorn-Berkenbos | Crataego-Betuletum pubescentis |
43Aa4 | Goudveil-Essenbos | Carici remotae-Fraxinetum |
43Aa5 | Vogelkers-Essenbos | Pruno-Fraxinetum |
43Ab1 | Eiken-Haagbeukenbos | Stellario-Carpinetum |
De Paardenbloem heet in het Duits Kuhblume maar wordt nog vaker ook als Löwenzahn benoemd. Het geslacht Leontodon heet in het Nederlands Leeuwentand. In het Duits heet het geslacht Löwenzahn of Herbstlöwenzahn.Deze verwarring vermijd je door de wetenschappelijke namen te gebruiken; die duiden eenduidig de geslachten Leontodon of Taraxacum aan!
Er moet nog op een belangrijk misverstand gewezen worden. Soms wordt gesuggereerd dat de rondzwevende zaden van Paardenbloem aan hun parachuutjes allergische reacties, zoals hooikoorts, zouden veroorzaken. Dat is je reinste flauwekul. Wel bloeien in de tijd dat deze zaden rondzweven veel grassen. Pollen of stuifmeel van grassen kan wel allergische reacties veroorzaken bij zo'n 12% van de Nederlandse bevolking. Voor meer informatie hierover verwijzen wij u naar onze website Pollennieuws.nl .
Als u geïnteresseerd bent in meer uitgebreide gegevens over de ecologie van Paardenbloem, de relaties met andere organismen en het milieu, dan vindt u dat in Weeda, E.J. et al., (1991) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 4: 190.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 630. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 686.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 1110. In deze flora heet de soort nog Paardebloem.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Taráxacum officinále