Aan de gele trechtervormige bloemen is op vochtige en voedselrijke bodems ook langs waterkanten de Stijve klaverzuring, Oxalis stricta, vroeger ook beschreven onder de naam Oxalis fontana, aan te treffen. De planten zijn rechtopstaand en net als bij de Witte klaverzuring tref je driedelige een beetje op klaverbladeren lijkende bladeren aan. Deze hebben de eigenschap om zich bij weinig licht samen te vouwen, de zogenaamde slaapstand. De vruchten staan altijd in het verlengde van de vruchtsteel, hetzij rechtop omhooggericht, hetzij gebogen; maar ook in dit geval staat de doosvrucht in het verlengde van de vruchtsteel.
Naast de Witte klaverzuring kennen we drie Klaverzuringsoorten met gele bloemen. Stijve klaverzuring, Oxalis stricta L., uit de Klaverzuringfamilie is een één- tot meerjarige soort. In oudere flora's wordt de soort met de oude wetenschappelijke naam Oxalis fontana of O. europea benoemd. Verder kennen we ook de Gehoornde klaverzuring, die je steeds meer ziet op stoepen en dergelijke.
In tegenstelling tot Gehoornde klaverzuring, ook met gele bloemen, heeft Stijve klaverzuring ondergrondse dunne worteluitlopers en wortelknolletjes. De stengels staan rechtop en de bladeren staan verspreid aan de stengels. Op de aanhechtingsplaats van de bladstelen staan geen steunblaadjes maar wel twee lange naaldvormige meercellige (klier)haren. De stengels, maar ook de bladstelen en bloemstelen zijn allemaal behaard. De lange haren zijn meercellig en meestal afstaand in alle richtingen; daartussen zijn er kleine enkelvoudige haren die aanliggend zijn.
De bladeren zijn drietallig samengesteld en dus oneven geveerd: er zijn drie deelblaadjes die hartvormig zijn en over hun lengte as kunnen vouwen. Ook hebben deze deelblaadjes boven aan de steel een scharnier, waardoor ze kunnen samenvouwen. Samengevouwen noemen we dat de slaapstand van de bladeren. Deze stand nemen ze in bij donkerte en bewolkt en/of regenachtig weer. De kleur van de bladeren is groen. De gave bladrand is met hele fijne haren bezet. behaard, ook op het blad kun je met een loep hele fijne haren zien.
De bloemen staan met een klein aantal, twee, drie of vier, bij elkaar in een armbloemig bijscherm. De bloeiwijze staat in de oksels van de stengelbladeren. De kroonbladen zijn geel en de buitenrand is afgerond en niet bochtig uitgerand, zoals we dat zien bij de Gehoornde klaverzuring. De vijf kelkslippen zijn ongeveer half zo lang als de kroonbladen.
Binnen de bloem staan 10 meeldraden: vijf staan er voor de kroonbladen en de andere vijf voor de kelkbladen. Het bovenstandig vruchtbeginsel groeit na bestuiving en bevruchting uit tot een vijfhokkige doosvrucht. Op die doosvrucht staan de resten van de vijf stijlen. Ook zie je duidelijk de vijf ribben, die de vijfhokkigheid aanduiden. Deze ribben zijn bezet met hele kleine haren, die je met een loep kunt zien. De zaden binnen de doosvrucht, ongeveer 1 mm groot, zijn aanvankelijk wit van kleur. De doosvrucht heeft wel enige gelijkenis met de snavels van de ooivaarsbekken. Vruchtsteel en doosvrucht staan in elkaars verlengde. Ze staan vaak opgericht omhoog. Opvallend is hoe de stelen van de doosvrucht zich eventueel buigen: de steel buigt terug, maar de doosvrucht blijft in het verlengde van de vruchtsteel staan: de vruchten staan daardoor evenwijdig aan het maaiveld en vormen geen Z figuur, zoals je aantreft bij Gehoornde klaverzuring.
MM_141209
Stijve klaverzuring is een soort die vanuit Noord-Amerika in Europa is gekomen en tegenwoordig als ingeburgerd te beschouwen is. Bekend is dat de soort in 1658 in de Botanische tuin van Oxford is geplant. Van daar uit is ze over Europa verspreid geraakt doordat de knolletjes aan de dunne ondergrondse worteluitlopers in de grond met andere planten verbreid is. Ze is te vinden op onbegroeide vochtige en voedselrijke grond van akkers, in moestuinen, maar ook onder heggen, langs de paden in bossen en aan waterkanten. Een hoge waterstand hoeft geen bezwaar te zijn voor de soort, noch een wat verslempte bodem.
Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland beschrijft Stijve klaverzuring als een kensoort van twee akkergemeenschappen, die voorkomen op wat natte verslempte plekken in akkers.
De Klaverzuringsoorten hebben twee opmerkelijke eigenschappen. De bladeren bevatten oxaalzuur, wat de planten beschermt tegen vraat. Overigens werd vroeger blad van de klaverzuringsoorten wel gebruikt om in sla te verwerken, uiteraard in beperkte mate. Een tweede kenmerk is het bezit van scharniertjes op de overgang van bladsteel naar de drie deelblaadjes van een samengesteld blad én de mogelijkheid om zich over de hoofdnerf van de deelblaadjes te vouwen. Daardoor kunnen ze een zogenaamde slaapstand innemen. Dat doen de bladeren 's nachts maar ook tijdens neerslag overdag of als het heel erg bewolkt is.
Met de tijdens het groeiseizoen gevormde wortelknolletjes kan de plant overwinteren. Na de winter groeit uit de knolletjes aan de dunne wortels een nieuw plantje.
Verwarring met Gehoornde klaverzuring heeft ertoe geleid dat de verspreiding van Stijve klaverzuring over Europa niet goed is gedocumenteerd, omdat beide soorten veel op elkaar lijken.
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van de Stijve klaverzuring verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 7. In deze oecologische flora wordt de plant nog als Oxalis fontane benoemd.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 354. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 410.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 588. In deze flora wordt de soort als Oxalis europaea benoemd.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Oxalis strícta.