De gemeenschap wordt aangetroffen in de voegen van plaveisel op allerlei intensief betreden en bereden plekken, zoals trottoirs, klinkerwegen en parkeerplaatsen. De smalle strookjes aarde tussen de tegels en stenen zijn toereikend voor deze begroeiing. Het lopen en berijden zorgen ervoor dat andere, forsere planten niet de overhand krijgen.
Het zwaartepunt van de verspreiding ligt in de gematigde delen van Europa, waar deze gemeenschap bekend is van Scandinavië tot in de Alpen en van Ierland tot in Polen. In Nederland is de Associatie van Vetmuur en Zilvermos uiterst algemeen. Door verdere verstedelijking zal zij in de toekomst vermoedelijk nog toenemen.
De naamgevende soorten en vooral de combinatie van de twee is kenmerkend voor de gemeenschap, waarin verder Donkere vetmuur en Straatliefdegras (beide tegenwoordig steeds vaker) opvallen. Tot de vaste begeleiders behoren Straatgras, Gewoon varkensgras en Grote weegbree, op relatief vochtige plekken ook Purpersteeltje en Parapluutjesmos.
Schaminée, J., Sýkora, K., Smits, N. en Horsthuis, M., 2010, Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, KNNV Uitgeverij Veldgids nr 25, 1e druk, pp. 185.