De twee in ons land van nature voorkomende berkensoorten zijn ten opzichte van andere bomen gemakkelijk te herkennen, maar onderling is de herkenning niet zo simpel. Zachte berk, Bétula pubéscens, herken je aan een aantal eigenschappen ten opzichte van de Ruwe berk, die je samen moet bekijken. Een heel goed kenmerk is dat bij de bladeren van de Zachte berk aan de onderzijde een beharing blijft bestaan in de oksels tussen de hoofdnerf en de zijnerven. Verder is de stam van een oudere boom duidelijk minder ruw en "brokkelig" dan bij de Ruwe berk en de takken en twijgen hebben veel meer de neiging om naar boven te wijzen en niet naar beneden door te hangen.
Zachte berk, Bétula pubéscens Ehrh., hoort tot de Berkenfamilie, of Betulaceae. De berkenfamilie is gekenmerkt doordat de mannelijke bloeiwijzen katjes vormen. In de katjes vind je schubben en binnen die schubben een tot drie bloemen. Bij de twee in ons land voorkomende berkensoorten vind je in de mannelijke bloemen twee meeldraden waarbij de helmknoppen twee vrije helmhokken hebben, waardoor er schijnbaar vier meeldraden per bloem aanwezig zijn. De mannelijke katjes zijn steeds hangend. De vrouwelijke katjes staan aanvankelijk rechtop in de oksels van schutblaadjes. In de loop van het rijpingsproces gaan de vrouwelijke katjes hangen. De vruchten zijn gevleugelde nootjes en in het rijpe vrouwelijk katje tref je daarnaast de katjesschubben aan. De vrouwelijke katjes zijn over hun hele lengte even dik, dit i.t.t. tot de elzenproppen die in het midden het dikst zijn en verhoute katjesschubben hebben.
De twijgen van de Zachte berk staan min of meer rechtop tot schuin naar boven en kunnen sterk behaard zijn. De oudere takken van de Zachte berk hebben meestal veel minder witte bast dan bij de ruwe berk.
De nootjes van de Zachte berk hebben vruchtvleugels die maar net iets breder dan het nootje zelf zijn. De katjesschubben van de Zachte berk hebben opstaande spitse zijslippen en ze zijn anderhalf maal langer dan breed.
De Zachte berk bereikt zo n 20 m en bloeit van april tot mei. Berken produceren tijdens de bloei veel pollen dat ze afgeven aan de lucht. Het zijn echte windbestuivers. Het pollen is sterk allergeen, dat wil zeggen dat behoorlijk wat mensen last kunnen hebben van hooikoorts als gevolg van de aanraking met berkepollen.
De Zachte berk vind je vooral op natte tot vochtige, zure tot matig voedselrijke grond, voornamelijk in moerassen hoogvenen en natte duinvalleien en ook in loofbassen. Je kunt de soort ook aantreffen in broekbossen en dan met name in Berkenbroekbossen die kunnen ontstaan in laagveengebieden. Berken zijn echte pioniersoorten en winterhard. De enige bomen die van nature op IJsland en Groenland voorkomen zijn berken.
MM_110814 aangevuld 190324
Zachte berk heeft een areaal dat Europa omvat met uitzondering van het zuiden, maar wel tot aan de noordkaap toe. ook de Kaukasus en West- en Midden-Siberië maken deel uit van het verspreidingsgebied. Zachte berk heeft een voorkeur voor natte, redelijk voedselarme en wat zure standplaatsen. Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland delen de Zachte berk als belangrijke soort in bij
39Aa Verbond der Elzenbroekbossen,
40 Klasse der Berkenbroekbossen, waar de soort een kensoort van de klasse is,
en verder ook als begeleider in vrijwel alle droge tot vochtige loofbossen.
Meer informatie over de ecologie van de Zachte berk en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 87-93.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 406-407. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 401.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 370-371.