Wilde lijsterbes, Sorbus aucuparia, is gemakkelijk te herkennen aan de tuilen met witte bloemen in de voorzomer en aan de oranje tot vuurrode besvormige vruchten in de nazomer en herfst. Ook de oneven geveerde bladeren met hun gezaagde bladranden herken je goed. De algemeen voorkomende soort staat in veel verschillende bostypen en struweelranden.
Een in het voorjaar bloeiende boom of struik met grote tuilen met witte bloemen is Wilde lijsterbes, Sorbus aucuparia L., uit de Rozenfamilie. In de nazomer en het najaar zie je aan de boom of struik de vele tuilen van oranje tot rode bessen die door spreeuwen en lijsters worden gegeten. Zo wordt de soort verspreid.
Wilde lijsterbes is een tot zo'n 9 meter hoog worden de boom of struik. De stam en de takken hebben een gladde grauwgrijze bast met hier en daar wat lenticellen. Ondergronds heeft de Wilde lijsterbes een zogenaamd zinkerwortelstelsel. Dat is een systeem met een horizontale hoofdwortel met in diepte groeiende zijwortels. We vinden zo'n wortelstelsel bij meer boomsoorten, waaronder bijvoorbeeld de Hulst. Ook vinden we het bij een aantal laan- en straatbomen, maar dan kan een dergelijk wortelstelsel ook het gevolg zijn van de plek waar de bomen staan, bijvoorbeeld een harde onderlaag die de hoofdwortel dwingt om zich oppervlakkig te ontwikkelen.
Jonge twijgen, knoppen en bladeren, net als de kelkbladen zijn fijn behaard.
De bladeren zijn oneven geveerd, dat wil zeggen dat ze een flink aantal tegenoverstaande deelblaadjes hebben en één topblaadje. De blaadjes zijn een beetje grijzig van kleur door de fijne beharing. De randen van de deelblaadjes zijn gezaagd.
De bloeiwijzen zijn veelbloemige tuilen. Ook de takken in de bloeiwijze zijn behaard. De regelmatige bloemen hebben onderstandige vruchtbeginsels en 5 kelk- en kroonbladen. Ze zijn bijna een cm in doorsnee. Ze hebben een wat weeïge geur. Op de vruchtbeginsels staan 3 of 4 stijlen met stempels. Het aantal meeldraden is groot, zoals we dat van veel soorten uit de rozenfamilie kennen. Meeldraden, kroon- en kelkbladen staan op de rand van de ingedeukte bloembodem ingeplant.
De bloemen worden bezocht door vliegen, en wel vooral aasvliegsoorten die op die eigenaardige naar aas ruikende weeïge, geur afkomen. Maar ook bijen met korte tongen en kevers kunnen de bloemen bezoeken en voor bestuiving en bevruchting zorgen. Na bevruchting groeien de vruchtbeginsels uit tot oranje besvormige vruchten. Soms kan de kleuring verder doorgaan tot rood.
Wilde lijsterbes is een zeer algemeen voorkomende boom of struik op zandige bodems en je vindt de soort dan ook in allerlei bossen en struweelranden. Cultivars van de boom worden zelfs als straatboom in de stad aangeplant.
MM_130228
Het areaal of verspreidingsgebied van Wilde lijsterbes strekt zich in Europa uit van IJsland tot Zuid-Italië. Zijn zeer algemeen voorkomen blijkt ook uit de vele gemeenschappen waarin de soort kan voorkomen zoals in Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, beschreven is.
Uitgebreidere informatie over de ecologie van de Wilde lijsterbes en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 92.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 392. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 390.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 732.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Sórbus aucupária