Tuinbingelkruid-associatie - Mercurialietum annuae

De Tuinbingelkruid-associatie vormt een lage, tamelijk gesloten akkervegetatie, die vooral wordt gekenmerkt door de naamgevende soort. Dit kruid blijkt prima bestand tegen bespuitingen met allerlei pesticiden, waardoor je deze plantengemeenschap tegenwoordig erg veel tegenkomt. In de 3e druk van de Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland heeft deze associatie de codering r31Ab2.
Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Deze warmteminnende associatie komt voor op basen- en voedselrijke, losse, kalk- en humushoudende löss-, leem- en zavelbodem, waar zij wordt bevorderd door bemesting en bodembeluchting door schoffelen. Van de associaties van dit verbond is zij het meest stikstofminnend en profiteert dan ook van een regelmatige toevoer van ammoniak. Zij komt vooral voor in bieten- en aardappelakkers en in moestuinen, in Duitsland ook in intensief beheerde wijngaarden.

De Tuinbingelkruid-associatie is een subatlantische gemeenschap met een zwaartepunt in het laagland van West-Duitsland. Verder komt zij verspreid voor in de warmere delen van Midden-Europa. In Nederland is de associatie landelijk gezien niet zeldzaam. Hier is zij beperkt tot de zuidelijke helft van het land, waar zij vooral wordt aangetroffen in het rivierengebied en Zuid-Limburg.

Kensoorten van deze associatie zijn Tuinbingelkruid en Gewone duivenkervel. Veel voorkomende kensoorten van de hogere eenheden zijn onder andere Gewone melkdistel, Melganzenvoet, Vogelmuur en Klein kruiskruid. Daarnaast komen Kweek, Straatgras, Perzikkruid en Herderstasje veel voor.

In de plantenassociatie 'Tuinbingelkruid-associatie' komen de volgende plantensoorten voor:

Schaminée, J., Sykora, K.., Smits, N. en Holthuis, M. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland. KNNV Uitgeverij, Veldgids 25, 1e druk, p 310.

Schaminée, J., Haveman, R., Hennekens, S., Horsthuis, M., Janssen, J.,Ronde, I. de, Smits, N. en Sýkora, K. (2022) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, KNNV Uitgeverij Veldgids nr 25, 3e druk, pp. 320.