Wie aan de uiterwaarden denkt, zal al gauw aan de buitendijkse weilanden denken. Ogenschijnlijk kaal grasland met aan de waterkant kaal zand. Toch is het overstromingsgebied van een rivier uitermate geschikt voor de groei van bomen.
Tussen de straatstenen is het nét iets warmer. Hierdoor zul je zien dat in steden het voorjaar net iets eerder begint dan op het platteland. De Sleedoorns (Prunus spinosa) in stadstuinen beginnen langzaam al een witte waas van de ontluikende bloemknoppen te krijgen en tussen de voegen van de straat verschijnen naast de Krokus en de Narcis ook al andere bloemen.
In de warmere delen van ons land is de hoofdbloei van Krokus al weer voorbij. Wat we in parken en tuinen aangeplant, of verwildert in gazons en bossen zien, kan Gele krokus (Crocus x stellaris), Vroege krokus (Crocus chrysanthus) of Bonte krokus (Crocus vernus) zijn.
Veel leden van de Narcissenfamilie (Amaryllidaceae) hebben prachtige hangende bloemen. De kelk- en kroonbladeren vormen een klokvormige bloem rondom de stampers en meeldraden.
Dat planten vaak maar weinig nodig hebben om te groeien zien we overal om ons heen. Denk maar eens aan soorten zoals Muurpeper (Sedum acre), een plantje dat op kale steen lijkt te groeien. Maar ook grotere soorten en zelfs bomen lijken soms zomaar uit een muur te komen. Bijvoorbeeld deze Gewone vlier (Sambucus nigra) die uit een eeuwenoude muur lijkt te groeien.