Tussen de straatstenen is het nét iets warmer. Hierdoor zul je zien dat in steden het voorjaar net iets eerder begint dan op het platteland. De Sleedoorns (Prunus spinosa) in stadstuinen beginnen langzaam al een witte waas van de ontluikende bloemknoppen te krijgen en tussen de voegen van de straat verschijnen naast de Krokus en de Narcis ook al andere bloemen.
Bijvoorbeeld het Maarts viooltje (Viola odorata), een opvallend bloemetje met een sterke geur. Het Maarts viooltje heette vroeger het dan ook wel het Welriekend viooltje. Vanwege de zoete geur van de plant is het plantje al eeuwen een geliefde tuinplant en is zelfs de geslachtsnaam Viola afkomstig van het oud Griekse woord voor welriekend. Dit wordt nog eens bekrachtigd door de soortnaam odorata, dat tevens 'welriekend' betekent. Naast dat het mooie paarse bloempje (violet!) een zoete geur afgeeft om de eerste vlinders van het jaar te lokken, kan de bloem ook gebruikt worden in de keuken. In de Middeleeuwen was het dan ook een populair ingrediënt van tal van gerechten.
Tekst en foto door Nils van Rooijen, 18 maart 2017, © Flora van Nederland