De groep der Grasachtige planten omvat een drietal grote families, die zich kenmerken door onopvallende bloemen en lange, smalle, 'grasachtige' bladeren. Het zijn de Russenfamilie, de Cypergrassenfamilie en de Grassenfamilie.
De grootste familie die we tot de Ranonkelachtigen rekenen is de Ranonkelfamilie of Ranunculaceae. Het geslacht Boterbloem of Ranunculus is een groot geslacht met wereldwijd ongeveer 600 plantensoorten.
Een grote familie, die der Schermbloemenfamilie en twee kleine families, namelijk de Hulstfamilie met een soort en de Klimopfamilie met drie soorten, maken deel uit van de groep der Schermbloemachtigen.
De groep der Napjesdragerachtigen omvat bomen en struiken. Binnen de Napjesdragersfamilie onderscheiden we Beuk, Eiken en Tamme kastanje; de twee soorten uit de Gagelfamilie zijn Wilde gagel en Wasgagel; binnen de Berkenfamilie vinden we Berken, Elzen, Haagbeuk en Hazelaar; en de Okkernoot is de enige vertegenwoordiger uit de Okkernootfamilie.
De bomen en struiken uit deze familie zijn éénhuizig, dat wil zeggen dat de mannelijk bloeiende en aparte vrouwelijk bloeiende katjes aan dezelfde exemplaren zijn te vinden. Bestuiving vindt vrijwel alleen plaats door de wind.