Onze redactie heeft plantensoorten van de Lage Landen in 18 goed herkenbare hoofdgroepen ingedeeld. In de hoofdgroep van de Geranium- en Vioolachtigen vinden we naast families met kruidachtige soorten zoals de Ooievaarsbek-, de Viooltjes- en Hertshooifamilies, ook struiken en bomen die in de Wijnstok-, Kardinaalsmuts- en Wilgenfamilie te vinden zijn.
Het zijn allemaal meerjarige kruidachtige planten met hun ondergrondse reserves opgeslagen in bollen en soms in een wortelstok. De bladeren zijn vaak erg lang en daarbij smal en soms zelfs rolrond. Ze staan ingeplant op de ondergrondse delen of verspreid aan de stengels.
De plantensoorten uit de Aspergefamilie zijn allemaal zogenaamde Monocotylen; dat wil zeggen dat in het zaad slechts één (kiem)blad zit dat bij de kieming van het zaad tevoorschijn komt.
De Kruisbloemenfamilie of Brassicaceae is een grote familie met veel soorten, die soms door hun massaal voorkomen het aspect van het landschap tijdelijk in sterke mate bepalen, bijvoorbeeld door de massale bloei in bermen in het voorjaar van Koolzaad en Raapzaad.
Onze redactie heeft plantensoorten van de Lage Landen in 18 goed herkenbare hoofdgroepen ingedeeld. Varens en Wolfsklauwen zijn afstammelingen van primitieve sporenplanten die al een voorgeschiedenis hebben vanuit het Carboon, meer dan 300 miljoen jaar geleden (varens) of zelfs het Devoon, meer dan 400 miljoen jaar geleden.