Stinzenplanten zijn verwilderde voorjaarsbloeiers - knol-, bol- en wortelgewassen - die vanaf de zestiende eeuw zijn ingevoerd in ons land. Van oorsprong groeiden ze rond kastelen, borgen en buitenplaatsen. Sneeuwklokje en bonte krokus zijn bekende voorbeelden, maar ook winterakoniet, holwortel en bostulp behoren tot deze planten. Medio februari is de nieuwe ‘Basisgids Stinzenplanten’ verschenen.
Iedereen die bloeiende Krokussen in de tuin heeft gehad zou nu de doosvruchten kunnen zoeken en bekijken. Dat is, wanneer je weet waar ze gestaan hebben, niet zo moeilijk, want zoals op de foto te zien is, steken deze als een torentje boven de grond uit.
Stinzenplanten komen in heel Nederland voor, maar Fryslân neemt een belangrijke plaats in voor wat betreft de geschiedenis van de stinzenflora. Daarom komen ook de cultuurhistorische aspecten aan de orde, zoals de tuinkunst.
Dat de herfst echt op het punt van beginnen staat, wordt duidelijk onderstreept door het bloeien van de Herfststijloos (Colchicum autumnale). Veel mensen zien deze plant aan als een Krokus (Crocus spec.) en zijn dan ook verbaasd dat de paarse bloem zo laat nog opduikt. Kijk echter rondom de bloem en je zult geen bladeren vinden zoals bij de Krokus.