Langs de oevers van beken, rivieren en stilstaande wateren is vaak Munt (Mentha) te vinden. De paarse of witte lipbloemen van dit geslacht zijn echter niet het meest opvallende aan de plant. De frisse geur van de vluchtige stoffen in de bladeren zijn kenmerkend voor het geslacht. Munt wordt veel in de keuken gebruikt en daar is men altijd op zoek naar meer variatie.
Langs de oevers van riviertjes, beken, sloten en stilstaande waterkanten is het vaak mooie soorten spotten. Vaak zijn er bijzondere soorten te vinden zoals Zwanenbloem (Butomus umbellatus), maar toch zijn ook de algemene soorten een kijkje van dichtbij waard.
In waterrijk Nederland zijn er volop water- en moerasplanten te vinden. In het water van sloten, kanalen, beekjes en vaarten zijn dan ook talloze soorten van onder andere Kroos (neem bijvoorbeeld Klein kroos (Lemna minor)) of Fonteinkruiden (Potamogeton) te vinden.
Hoewel de gele bloemen eigenlijk pas in april of mei verwacht worden, zijn er altijd uitzonderingen. Zoals hier in het Oosterveld in Noord-Holland. Hier steekt de Gewone dotterbloem (Caltha palustris) haar eerste bloemen boven het oppervlakte van de onder water gelopen rietlanden uit.
De vele regen die de laatste weken is gevallen heeft duidelijke gevolgen. Het water in de rivieren staat hoog en veel uiterwaarden lopen onder water. De meeste planten, behalve de waterplanten natuurlijk, kunnen hier flink last van hebben.