De kruiden uit deze kleine familie hebben ondergrondse knollen net als Krokus. De regelmatige, zestallige bloemen lijken op die van Krokus, maar komen in de herfst tevoorschijn, terwijl in het voorjaar alleen de lijnvormige bladeren en de doosvrucht te zien zijn.
De bomen uit deze familie zijn éénhuizig. De mannelijk bloeiende bloeiwijzen zijn soms katjesvormig, of bestaan uit langgerekte bloeiwijzen die aan dezelfde bomen te vinden zijn als de vrouwelijke bloeiwijzen.
De enkelvoudige bladeren van deze kruiden staan in kransen om de stengels. De regelmatige bloemen zijn tweeslachtig. Meestal zijn ze viertallig soms vijftallig en evenzovele meeldraden staan op de vergroeide bloemkroon ingeplant tussen de bloemkroonslippen.
De plantensoorten die tot deze familie horen kunnen heel verschillend zijn van fijne, tere kruiden tot flinke struiken. Maar op grond van moleculairbiologisch onderzoek blijken deze evolutionair nauw verwant te zijn.
De Heifamilie of Ericaceae bestaat grotendeels uit altijd groen blijvende dwergstruiken of kruiden. De bladeren zijn enkelvoudig en vaak klein en soms wat leerachtig. De bloemen zijn in het algemeen regelmatig of enigszins tweezijdig symmetrisch. De vruchten zijn ofwel een doosvrucht of een soms sappige steenvrucht of bes.
Naast de Linde als boom omvat deze familie vooral kruiden. De bladeren staan verspreid aan de stengels of takken en twijgen en vallen op door hun nervatuur die bijna altijd handvormig is. De bloemen van de plantensoorten uit de familie zijn regelmatig, tweeslachtig en vier- of vijftallig.