De plantensoorten die tot deze familie horen kunnen heel verschillend zijn van fijne, tere kruiden tot flinke struiken. Maar op grond van moleculairbiologisch onderzoek blijken deze evolutionair nauw verwant te zijn.
De bomen uit deze familie zijn éénhuizig. De mannelijk bloeiende bloeiwijzen zijn soms katjesvormig, of bestaan uit langgerekte bloeiwijzen die aan dezelfde bomen te vinden zijn als de vrouwelijke bloeiwijzen.
Deze familie, zoals die in de nieuwste Heukels’ Flora is samengesteld, omvat op het eerste gezicht een aantal plantengeslachten met een heel verschillend uiterlijk en bouw.
De kruidachtige planten uit deze familie hebben tegenoverstaande bladeren. Dit zijn enkelvoudige bladeren met een gave bladrand. De regelmatige viertallig of vijftallig bloemen zijn tweeslachtig en staan vaak in bijschermen.
De Composietenfamilie is de grootste familie in onze contreien als het om het soortenaantal gaat. Dat leidt ertoe dat de veelvormigheid, bijvoorbeeld wat de bladeren betreft erg groot is, van gaafrandig langwerpig, tot veerdelig ingesneden en zelfs stekeltandig.