Video Determinatie

Witte klaver - Trifolium repens

De bolvormige bloeiwijzen met veel witte vlinderbloemen in onze bermen en graslanden zijn gemakkelijk herkenbaar als Witte klaver, Trifolium repens. De zeer algemene plant is in vrijwel alle gras- en hooilanden te vinden. De stengels van de Witte klaver kruipen over de bodem en wortelen telkens opnieuw op de knopen. Daardoor kan de soort grote oppervlakken bezetten. De bloemen worden bezocht door honingbijen, die voor de bestuiving zorgen.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Witte klaver, Trifolium repens L., is een zeer algemeen voorkomende soort uit de Vlinderbloemenfamilie. De soort is van Eurosiberische oorsprong en is als landbouwgewas een kosmopoliet van de gematigde streken geworden.

De plant blijft laag en wordt zo'n 5-25 cm hoog. Dit is een gevolg van het feit dat de stengels kruipend zijn. Wortelen doet de plant op de knopen van die kruipende stengels. Zo kan de plant grote nog niet bezette oppervlakken koloniseren. De planten zijn niet behaard.

De drietallige bladeren hebben ronde tot eironde deelblaadjes, die aan de top vaak iets zijn in gedeukt. In het midden van de deelblaadjes zit een lichte, v-vormige of halvemaanvormige vlek. De bladeren hebben een lange steel. De vliezige steunblaadjes onder aan de bladsteel van elk blad zijn grotendeels tot een kokertje vergroeid dat de steel omvat. Aan de top versmallen ze abrupt in een korte spits.

Witte klaver bloeit van mei tot in de herfst met witte bloemen. De bloeiwijzen staan op lange stelen en zijn bol; de bloemetjes staan op korte steeltjes op de bodem van het hoofdje en zijn ongeveer 10 mm lang. Ze zijn een belangrijke bron van nectar voor honingbijen, die voor de bestuiving zorgen. Na de bloei buigen de dan bruin geworden bloemetjes naar beneden.

Witte klaver hoort in Nederland tot de veertig meest algemene soorten uit de inheemse flora, en maakt deel uit van de meeste cultuurgraslanden. Ze komt ook voor in vrijwel alle natuurlijke graslanden. De plant houdt van enigszins verdichte boden en staat dan ook in bermen. Ze houdt van vochtige tot natte, voedselrijke en zelfs brakke tot zilte bodems, bijvoorbeeld aan de bovenrand van schorren. Van nature verdraagt ze wisselende waterstand en langere hoge waterstand gedurende de winterperiode vind de soort geen bezwaar, maar constant doornatte bodems verdraagt ze niet.

Een soort die gemakkelijk met Witte klaver verward kan worden is Basterdklaver. Deze heeft immers ook witte bloemen, die soms later naar roze kleuren, maar heel opvallend is dat Basterdklaver rechtopstaande tot opstijgende stengels heeft die dus ook niet wortelen op de knopen. Ook de steunblaadjes aan de voet van de bladstelen is bij deze soort anders dan bij de Witte klaver; ze zijn bij Basterdklaver niet om de stengel vergroeid en lopen veel geleidelijker uit in een spits.

MM_111116

Laatste wijziging 150709

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Klaver - Trifolium
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.05 - 0.25 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
wit
Bloeiwijze:
hoofdje
Bloemvormen:
vlinderbloemtype, tweezijdig symmetrisch
Bloemtype:
eenslachtig
Bloembladen:
5 kelktanden, 5 kroonbladen
Meeldraden:
10 vergroeid met elkaar
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
peulvrucht of boon
Zaden:
-
Stengels:
gevuld, kruipend, rond
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
drietallig, oneven geveerd, samengesteld
Bladrand:
fijn gezaagd
Ondergrondse delen:
wortelknollen (met ), internodiën wortels
Plantengemeenschappen:

Het areaal van Witte klaver omvat van oorsprong Europa en Siberië, maar vanwege de waarde voor de landbouw als groenbemester is de soort tegenwoordig kosmopolitisch. Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, beschrijft de plantengemeenschappen waar Witte klaver een belangrijke soort in is, zoals 16 Klasse der Matig voedselrijke graslanden.

De plantensoort 'Witte klaver' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Witte klaver is van oudsher als groenbemester in gebruik. In de wortelknolletjes leven Rhizobiumbacteriën in symbiose met de plant. Deze bacteriën zijn in staat om gasvormige luchtstikstof te binden en op die manier wordt stikstofarme bodem verrijkt. Tegenwoordig wordt vooral kunstmest of mest uit de veehouderij gebruikt waardoor de verrijking van de bodem te sterk is en bijzondere plantensoorten en plantengemeenschappen het moeilijk hebben.

Uitgebreidere informatie over de ecologie van Witte klaver en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 139-141.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 370. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 352.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 764.

Uitspraak wetenschappelijke naam: Trifólium répens