Nu zijn ze goed te zien. Zeker als je je tussen de weilanden in het zuiden van Limburg bevindt, zie je ze overal in de populieren: grote groene nesten. Van dichterbij is te zien dat dit nest een eigen plantensoort is.
Tussen het gras, aan de randen van de kwelders en groene stranden wuiven nu de bloeiende trossen van de Rode ogentroost (Odontites vernus). De gekleurde lijnen in de bloemen deed men vroeger denken aan de de adertjes in het menselijk oog.
De Eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna) is natuurlijk op zijn mooist in mei. De witte bloemen sieren het struweellandschap van heggen en bermen en trekken de aandacht van de vliegende insecten.
Vanaf een afstandje lijkt het allemaal op elkaar, die gele bloemen die net boven het water uitsteken. Is het Gewone Dotterbloem (Caltha palustris)? Is het Gele plomp (Nuphar lutea)? Of is het toch iets anders?