Ik heb goede jeugdherinneringen aan deze prachtige plant. Ik vond het als kind al heel leuk dat de rijpe zaaddozen uiteen spatten als ik ze aanraakte of er licht in kneep. De zaaddoos krult prachtig op. En na een tijdje ruiken je handen heel lekker.
Ik wil de (gewone) Vlier graag doneren aan mijn vader Jan. Hij heeft denk ik het woord ‘Vlierschennis’ bedacht. Ofwel, de vlieren op ons stukje land worden goed verzorgd en de bloemschermen en de bessen mogen niet beschadigd worden.