Tot de grote Vlinderbloemfamilie of Fabaceae behoren zowel kruiden als houtige geslachten. De bladeren zijn meestal samengesteld met een aantal deelblaadjes, oneven, of even en in het laatste geval is er in plaats van het topblaadje een rank.
De ‘Zadenatlas van Nederland’ (Digital Diaspore Atlas of the Netherlands) is een standaardwerk voor al diegenen die willen weten of ze wel de juiste zaden hebben verzameld van onze inheemse Nederlandse plantensoorten.
De kruiden uit deze kleine familie hebben ondergrondse knollen net als Krokus. De regelmatige, zestallige bloemen lijken op die van Krokus, maar komen in de herfst tevoorschijn, terwijl in het voorjaar alleen de lijnvormige bladeren en de doosvrucht te zien zijn.
De enkelvoudige bladeren van deze kruiden staan in kransen om de stengels. De regelmatige bloemen zijn tweeslachtig. Meestal zijn ze viertallig soms vijftallig en evenzovele meeldraden staan op de vergroeide bloemkroon ingeplant tussen de bloemkroonslippen.
De Heifamilie of Ericaceae bestaat grotendeels uit altijd groen blijvende dwergstruiken of kruiden. De bladeren zijn enkelvoudig en vaak klein en soms wat leerachtig. De bloemen zijn in het algemeen regelmatig of enigszins tweezijdig symmetrisch. De vruchten zijn ofwel een doosvrucht of een soms sappige steenvrucht of bes.