Als we planten met stekelige bladeren en stengels in onze omgeving vinden noemen we ze spontaan vaak distels. Toch maken biologen verschillen tussen die distels en delen daarom deze planten met stekelige bladeren in verschillende geslachten of zelfs families in. De zeer algemene Akkerdistel, Cirsium arvense, herken je vooral aan de kleur van de bloemen in de hoofdjes. Deze is lila tot licht paars en daardoor gemakkelijk te onderscheiden van alle andere distelachtige planten. Akkerdistel kan soms hele oppervlakten bedekken en is voor de landbouwer een gruwel. De beste methode om de Akkerdistel klein te krijgen is de planten een aantal jaren na elkaar te maaien en zo uit te putten. De plant is een echte cultuurvolger en vind je overal waar de mens actief is.
Akkerdistel, Cirsium arvense (L.) Scop., is een van onze meest algemene vederdistelsoorten uit de Composietenfamilie. Het is een pioniersoort die te vinden is in ruigten en op ruderale, voedselrijke, zandige, vochtig tot droge standplaatsen. Zelfs als de bodem zout bevat is dat geen bezwaar voor de Akkerdistel. De plant is een echte cultuurvolger en vind je overal waar de mens actief is.
De stekelig aanvoelende planten kunnen tot zo'n 120 cm hoog worden. Ondergronds hebben ze een wortelstelsel dat op een diepte van twintig cm zich met lange uitlopers horizontaal in alle richtingen kan uitbreiden. Het vertakt zich daar ook nog bij en op diverse plekken ontstaan in de diepte groeiende verticale wortels tot meer dan twee meter diepte. Op verschillende plaatsen ontstaan dan uit dit wortelstelsel omhoogschietende stengels.
Deze klonen herken je bovengronds doordat de planten die bij elkaar staan allemaal hoofdjes met bloemen hebben die eenslachtig vrouwelijk zijn, of merendeels eenslachtig mannelijk. In de hoofdjes van de mannelijke planten vind je een enkele keer ook bloemetjes met een stempel en vruchtbeginsel dat dan na bevruchting een nootje kan opleveren. Het is dus een (vrijwel) tweehuizige plantensoort.
De hoofdjes staan op stelen in de tuilvomige bloeiwijze. De hoofdjes van de mannelijke planten zijn tot anderhalf maal groter dan die van de vrouwelijke die zo'n cm in doorsnee zijn. De kroonbladen van de bloemetjes zijn licht paars tot lila. De omwindsels kleuren paarsig wat de totaal indruk van de hoofdjes versterkt. De vrouwelijke hoofdjes geuren naar vanille waarmee insecten worden aangetrokken. Mannelijke en vrouwelijke planten moeten niet te ver van elkaar afstaan. Als de afstand tussen de klonen te groot is de kans op een succesvolle bestuiving beperkt.
De stengels van de Akkerdistel zijn stekelig net als de bladeren aan de stengels. Deze zijn van boven glanzend, niet behaard en donker groen van kleur, maar de randen zijn stekelig getand met zwakke tot scherpe stekels. De onderkant van de bladeren zijn soms witglanzend of zelfs viltig behaard.
Akkerdistel is zeer algemeen en doordat de wortel zich ondergronds vertakt een niet erg geliefde plantensoort bij de landbouwer. Ook vee mijdt deze distels. Bestrijding van Akkerdistel kan het beste door een perceel dat veel distels kent een paar jaar niet te ploegen, maar in te zaaien met bijvoorbeeld luzerne en het perceel dan een aantal jaren na elkaar te maaien, waardoor de Akkerdistel als het ware wordt uitgeput. Frezen heeft geen effect, want ook dan worden de wortelstukken verspreid en kan de soort zich herstellen.
MM_111125
Akkerdistel kent een areaal, dat is zijn vespreidingsgebied, dat oorspronkelijk Europa en Azië omvat. Omdat het een cultuurvolger is is ze hij nu over alle gematigde streken van de wereld verspreid. Hij heeft de voorkeur voor een vochtige, niet zure en zeer voedselrijke bodem. Aan deze voorwaarden voldoet nogal wat akker- en bouwland. De soort is zeer algemeen in Nederland en België. Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland beschrijven een aantal plantengemeenschappen waar Akkerdistel een belangrijke soort in is:
31Ba1 Slangenkruid-associatie
31Ca2 Kweekdravik-associatie
32Ba3 Associatie van Zeekweek en Heemst
06Aa1 | Associatie van Biesvaren en Waterlobelia | Isoeto-Lobelietum |
06Ac1 | Pilvaren-associatie | Pilularietum globuliferae |
06Ac2 | Associatie van Vlottende bies | Scirpetum fluitantis |
06Ac3 | Associatie van Veelstengelige waterbies | Eleocharitetum multicaulis |
06Ac4 | Associatie van Waterpunge en Oeverkruid | Samolo-Littorelletum |
06Ad1 | Naaldwaterbies-associatie | Littorello-Eleocharitetum acicularis |
08Aa2 | Associatie van Blauwe waterereprijs en Waterpeper | Polygono-Veronicetum anagallidis-aquaticae |
08Aa4 | Associatie van Stomp vlotgras | Glycerietum plicatae |
08Ab1 | Watertorkruid-associatie | Rorippo-Oenanthetum aquaticae |
08Ab2 | Associatie van Egelskop en Pijlkruid | Sagittario-Sparganietum |
08Bb1 | Mattenbies-associatie | Scirpetum lacustris |
08Bb2 | Associatie van Ruwe bies | Scirpetum tabernaemontani |
08Bb3 | Associatie van Heen en Grote waterweegbree | Alismato-Scirpetum maritimi |
08Bb4 | Riet-associatie | Typho-Phragmitetum |
08Bc1 | Oeverzegge-associatie | Caricetum ripariae |
08Bc2 | Associatie van Scherpe zegge | Caricetum gracilis |
08Bd1 | Galigaan-associatie | Cladietum marisci |
08Bd2 | Pluimzegge-associatie | Caricetum paniculatae |
08Bd3 | Associatie van Stijve zegge | Caricetum elatae |
09Ba3 | Associatie van Duinrus en Parnassia | Parnassio-Juncetum atricapilli |
09Ba4 | Knopbies-associatie | Junco baltici-Schoenetum nigricantis |
12Aa1 | Associatie van Engels raaigras en Grote weegbree | Plantagini-Lolietum perennis |
12Aa2 | Associatie van Varkenskers en Schijfkamille | Coronopodo-Matricarietum |
12Aa3 | Associatie van Vetmuur en Zilvermos | Bryo-Saginetum procumbentis |
12Ba1 | Associatie van Geknikte vossenstaart | Ranunculo-Alopecuretum geniculati |
12Ba2 | Associatie van Moeraszoutgras en Fioringras | Triglochino-Agrostietum stoloniferae |
12Ba3 | Associatie van Aardbeiklaver en Fioringras | Trifolio fragiferi-Agrostietum stoloniferae |
12Ba4 | Associatie van Kattedoorn en Zilte zegge | Ononido-Caricetum distantis |
14Ba1 | Vogelpootjes-associatie | Ornithopodo-Corynephoretum |
14Bb1 | Associatie van Schapegras en Tijm | Festuco-Thymetum serpylli |
14Bb2 | Duin-Struisgras-associatie | Festuco-Galietum veri |
14Bc1 | Associatie van Vetkruid en Tijm | Sedo-Thymetum pulegioidis |
14Bc2 | Associatie van Sikkelklaver en Zachte haver | Medicagini-Avenetum pubescentis |
14Ca1 | Duinsterretjes-associatie | Phleo-Tortuletum ruraliformis |
14Ca2 | Kegelsilene-associatie | Sileno-Tortuletum ruraliformis |
14Ca3 | Associatie van Oranjesteeltje en Langkapselsterretje | Tortello-Bryoerythrophylletum |
14Cb1 | Duin-Paardebloem-associatie | Taraxaco-Galietum veri |
14Cb2 | Associatie van Wondklaver en Nachtsilene | Anthyllido-Silenetum |
15Aa1 | Kalkgrasland | Gentiano-Koelerietum |
16Aa1 | Blauwgrasland | Cirsio dissecti-Molinietum |
16Ab1 | Veldrus-associatie | Crepido-Juncetum acutiflori |
16Ab4 | Associatie van Boterbloemen en Waterkruiskruid | Ranunculo-Senecionetum aquatici |
16Ab5 | Bosbies-associatie | Scirpetum sylvatici |
16Ab6 | Associatie van Gewone engelwortel en Moeraszegge | Angelico-Cirsietum oleracei |
16Ba1 | Kievitsbloem-associatie | Fritillario-Alopecuretum pratensis |
16Ba2 | Associatie van Grote pimpernel en Weidekervel | Sanguisorbo-Silaetum |
16Bb1 | Glanshaver-associatie | Arrhenatheretum elatioris |
16Bc1 | Kamgrasweide | Lolio-Cynosuretum |
16Bc2 | Associatie van Ruige weegbree en Aarddistel | Galio-Trifolietum |
17Aa1 | Associatie van Dauwbraam en Marjolein | Rubo-Origanetum |
17Aa2 | Associatie van Parelzaad en Salomonszegel | Polygonato-Lithospermetum |
18Aa2 | Associatie van Boshavikskruid en Gladde witbol | Hieracio-Holcetum mollis |
19Aa1 | Associatie van Liggend walstro en Schapengras | Galio hercynici-Festucetum ovinae |
19Aa2 | Associatie van Klokjesgentiaan en Borstelgras | Gentiano pneumonanthes-Nardetum |
19Aa3 | Associatie van Maanvaren en Vleugeltjesbloem | Botrychio-Polygaletum |
20Ab4 | Associatie van Wintergroen en Kruipwilg | Pyrolo-Salicetum |
21Aa2 | Muurbloem-associatie | Asplenio-Cheiranthetum cheiri |
22Aa1 | Strandmelde-associatie | Atriplicetum littoralis |
22Ab1 | Associatie van Loogkruid en Zeeraket | Salsolo-Cakiletum maritimae |
23Aa1 | Associatie van Zandhaver en Biestarwegras | Honckenyo-Agropyretum juncei |
23Ab1 | Associatie van Zandhaver en Helm | Elymo-Ammophiletum |
25Aa2 | Associatie van Kortarige zeekraal | Salicornietum brachystachyae |
25Aa3 | Schorrenkruid-associatie | Suaedetum maritimae |
26Aa1 | Associatie van Gewoon kweldergras | Puccinellietum maritimae |
26Aa3 | Zoutmelde-associatie | Halimionetum portulacoides |
26Ab1 | Associatie van Stomp kweldergras | Puccinellietum distantis |
26Ab2 | Associatie van Blauw kweldergras | Puccinellietum fasciculatae |
26Ab4 | Zeegerst-associatie | Parapholido strigosae-Hordeetum marini |
26Ac1 | Associatie van Zilte rus | Juncetum gerardi |
26Ac2 | Associatie van Engels gras en Rood zwenkgras | Armerio-Festucetum litoralis |
26Ac3 | Kwelderzegge-associatie | Junco-Caricetum extensae |
26Ac5 | Zeealsem-associatie | Artemisietum maritimae |
26Ac6 | Associatie van Spiesmelde en Strandkweek | Atriplici-Elytrigietum pungentis |
26Ac7 | Associatie van Zeerus en Zilt torkruid | Oenantho lachenalii-Juncetum maritimi |
27Aa1 | Associatie van Zeevetmuur en Deens lepelblad | Sagino maritimae-Cochlearietum danicae |
27Aa2 | Associatie van Strandduizendguldenkruid en Krielparnassia | Centaurio-Saginetum |
28Aa1 | Draadgentiaan-associatie | Cicendietum filiformis |
28Aa2 | Associatie van Borstelbies en Moerasmuur | Isolepido-Stellarietum uliginosae |
28Aa3 | Associatie van Dwergbloem en Hauwmos | Centunculo-Anthocerotetum punctati |
28Aa4 | Grondster-associatie | Digitario-Illecebretum |
29Aa1 | Associatie van Waterpeper en Tandzaad | Polygono-Bidentetum |
29Aa2 | Associatie van Goudzuring en Moerasandijvie | Rumicetum maritimi |
29Aa3 | Associatie van Ganzevoet en Beklierde duizendknoop | Chenopodietum rubri |
29Aa4 | Slijkgroen-associatie | Eleocharito acicularis-Limoselletum |
30Aa1 | Stoppelleeuwebek-associatie | Kickxietum spuriae |
30Aa2 | Nachtkoekoeksbloem-associatie | Papaveri-Melandrietum noctiflori |
30Ab1 | Associatie van Grote ereprijs en Witte krodde | Veronico-Lamietum hybridi |
30Ab2 | Tuinbingelkruid-associatie | Mercurialietum annuae |
30Ab3 | Associatie van Korrelganzevoet en Stijve klaverzuring | Chenopodio-Oxalidetum fontanae |
30Ba1 | Korensla-associatie | Sclerantho annui-Arnoseridetum |
30Ba2 | Associatie van Ruige klaproos | Papaveretum argemones |
30Bb1 | Associatie van Gele ganzebloem | Spergulo arvensis-Chrysanthemetum |
30Bb2 | Hanepoot-associatie | Echinochloo-Setarietum |
31Aa1 | Vlieszaad-associatie | Bromo-Corispermetum |
31Aa2 | Associatie van Raketten en Kompassla | Erigeronto-Lactucetum |
31Ab1 | Associatie van Kleine brandnetel | Urtico-Malvetum neglectae |
31Ab2 | Kruipertjes-associatie | Hordeetum murini |
31Ab3 | Associatie van Ballote en andere Netels | Balloto-Arctietum |
31Ba1 | Slangenkruid-associatie | Echio-Verbascetum |
31Ca1 | Honingklaver-associatie | Echio-Melilotetum |
31Ca2 | Kweekdravik-associatie | Bromo inermis-Eryngietum campestris |
31Ca3 | Wormkruid-associatie | Tanaceto-Artemisietum |
32Aa1 | Associatie van Moerasspirea en Echte Valeriaan | Valeriano-Filipenduletum |
32Ba1 | Rivierkruiskruid-associatie | Valeriano-Senecionetum fluviatilis |
32Ba2 | Moerasmelkdistel-associatie | Soncho-Epilobietum hirsuti |
32Ba3 | Associatie van Strandkweek en Echte heemst | Oenantho-Althaeetum |
33Aa1 | Associatie van Fijne kervel en Winterpostelein | Claytonio-Anthriscetum caucalidis |
33Aa2 | Heggedoornzaad-associatie | Torilidetum japonicae |
33Aa3 | Kruisbladwalstro-associatie | Urtico-Cruciatetum laevipedis |
33Aa4 | Associatie van Look-zonder-look en Dolle kervel | Alliario-Chaerophylletum temuli |
33Aa5 | Zevenblad-associatie | Urtico-Aegopodietum |
33Aa6 | Kruidvlier-associatie | Heracleo-Sambucetum ebuli |
34Aa1 | Wilgenroosjes-associatie | Senecioni sylvatici-Epilobietum angustifolii |
35Aa1 | Associatie van Bronskleurige bosbraam | Rubetum grati |
36Aa1 | Associatie van Geoorde wilg | Salicetum auritae |
36Aa2 | Associatie van Grauwe wilg | Salicetum cinereae |
37Aa1 | Associatie van Fluweelbraam en Sleedoorn | Pruno-Rubetum vestiti |
37Ab1 | Associatie van Sleedoorn en Eenstijlige meidoorn | Pruno-Crataegetum |
37Ac1 | Associatie van Duindoorn en Vlier | Hippophao-Sambucetum |
37Ac2 | Associatie van Duindoorn en Liguster | Hippophao-Ligustretum |
37Ac3 | Associatie van Wegedoorn en Eenstijlige meidoorn | Rhamno-Crataegetum |
37Ac5 | Associatie van Hazelaar en Purperorchis | Orchio-Cornetum |
38Aa1 | Bijvoet-ooibos | Artemisio-Salicetum albae |
38Aa2 | Gele lis-ooibos | Irido-Salicetum albae |
38Aa3 | Bittere veldkers-ooibos | Cardamino amarae-Salicetum albae |
40Aa2 | Zompzegge-Berkenbroek | Carici curtae-Betuletum pubescentis |
41Aa1 | Gaffeltandmos-Jeneverbestruweel | Dicrano-Juniperetum |
42Aa1 | Berken-Eikenbos | Betulo-Quercetum roboris |
43Aa1 | Abelen-Iepenbos | Violo odoratae-Ulmetum |
43Aa2 | Essen-Iepenbos | Fraxino-Ulmetum |
43Aa3 | Meidoorn-Berkenbos | Crataego-Betuletum pubescentis |
43Aa5 | Vogelkers-Essenbos | Pruno-Fraxinetum |
43Ab1 | Eiken-Haagbeukenbos | Stellario-Carpinetum |
Akkerdistel is niet alleen een cultuurvolger maar ook een soort die een zekere plasticiteit kent. Dit houdt in dat de soort zich aanpast aan bepaalde omstandigheden. In begraasde gebieden, dus daar waar de plant door vraat kan worden aangetast, ontwikkelen bladeren en stengels veel meer stekels, dan wanneer de soort in een akker staat. Dan zijn de bladeren minder stekelig en vlakker. Uit stukjes wortel of stengel kunnen weer nieuwe planten regenereren. Ploegen, frezen of verwijderen met een disteltang helpen niet om de Akkerdistel weg te krijgen uit een perceel, omdat afgebroken stukken weer nieuwe planten opleveren. Alleen uitputting door stelselmatig een aantal jaren te maaien kan de plant klein krijgen.
Als u geïnteresseerd bent in meer uitgebreide gegevens over de ecologie van de Akkerdistel, de relaties met andere organismen en het milieu, dan vindt u dat in Weeda, E.J. et al., (1991) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 4: 141.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 620. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 677-678.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 1096.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Círsium arvénse.