De plantensoorten uit de Aspergefamilie zijn allemaal zogenaamde Monocotylen; dat wil zeggen dat in het zaad slechts één (kiem)blad zit dat bij de kieming van het zaad tevoorschijn komt.
Een fenomeen dat vooral van belang is in het voorjaar is dat sommige planten warmte benutten om insecten aan te trekken voor bestuiving en bevruchting. We maken daarbij onderscheid tussen planten die passief de warmtestraling van de zon invangen en planten die actief warmte produceren.
Bij krokus soorten zit, tijdens de bloei, het vruchtbeginsel in de bloem- of kroonbuis veilig onder de grond. Dit is wel nodig wanneer je bedenkt hoe vroeg sommige krokussen bloeien.