Overal in bossen op onze pleistocene zandgronden kunnen we waarnemen dat Adelaarsvaren (Pteridium aquilinum) zijn jaarcyclus aan het afronden is. Deze soort is in ons land een indicator voor bossen met al een hoge leeftijd, zoals dichte beukenbossen.
Met Bevertjes hebben we al een lange “geschiedenis”. Dat geldt vooral voor mijn vrouw, Anny, die plukte als kind al het Bevertjes gras bij hen in Baak, langs een weggetje.
Iedereen die bloeiende Krokussen in de tuin heeft gehad zou nu de doosvruchten kunnen zoeken en bekijken. Dat is, wanneer je weet waar ze gestaan hebben, niet zo moeilijk, want zoals op de foto te zien is, steken deze als een torentje boven de grond uit.
Groenbemesting wordt in de akkerbouw ingezet om verschillende redenen. In het winterseizoen is het belangrijk bodemerosie door wind of (regen-)water te voorkomen. Het kan worden toegepast om de bodemstructuur of de bodemvruchtbaarheid (vlinderbloemfamilie -> stikstof) te verbeteren. Na het onderploegen zal de hoeveelheid organische stof en op den duur het humusgehalte worden verhoogd.
De tijd van kerstden en kerstspar en de verwarring over de naamgeving ligt al weer achter ons. We weten dat die verwarring deels is ontstaan omdat we de Duitse tekst van ‘O Tannenbaum, o Tannenbaum’ naar dennenboom vertaald hebben.
Van de grote Cipressenfamilie kennen we maar één soort die inheems is in Nederland, dat is Jeneverbes (Juniperus communis). De vorm van sommige Jeneverbes-struiken doet wel aan de zuilvorm denken van de naamgever van de familie, de Cipressen van het Italiaans-Toscaanse landschap (Cupressus sempervirens).