Kruipwilg is een laagblijvende dwergstruik waarvan de stammen over het zand en zelfs door het zand kruipen. Ze houden daardoor het zand goed vast en dragen bij aan de duinvorming. De bladeren kunnen variabel van vorm zijn en zijn tot 5 cm groot. De tweehuizige plantensoort heeft aparte planten met katjes met mannelijk bloeiende meeldraadbloemen en aparte planten met katjes met vrouwelijk bloeiende stamperbloemen. Bijen verzamelen pollen respectievelijk nectar en dragen zo bij aan de bestuiving.
Het verspreidingsgebied van Wilgen of hun Areaal omvat de hele wereld, maar in Australië komen ze niet van nature voor. Wilgen kunnen naar hun standplaats grofweg in 4 groepen verdeeld worden: Griendwilgen tref je aan in rivierdalen, Moeraswilgen zijn thuis in broekbossen, venen en beekdalen, Boswilgen maken deel uit van het bos van de zandstreken en Kruipwilgen zijn typische soorten voor duin, veenland en toendra.
Salix produceert in zijn schors salicylzuur, dat is de werkzame pijnstillende stof in aspirine. Deze pijnstillende werking van wilgenschors is al een oud gebruikt 'medicijn'.
De soortnaam repens verwijst naar het kruipend karakter van het struikje (met dank aan Jan van Twisk voor een aantal gegevens).
Meer informatie over de ecologie van Kruipwilg en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 98
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk:
Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 424.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk:
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Sálix répens.