Een eenjarige Muntsoort, die we tot onze akkerkruiden rekenen is de Akkermunt, Mentha arvensis L. uit de Lipbloemenfamilie of Lamiaceae. Akkermunt is nog steeds een redelijk algemeen voorkomend akkerkruid, dat zich ook in andere milieus thuisvoelt. De plant geurt naar munt of menthol.
Aan de wortels vormen zich ook ondergronds uitlopers, waardoor de soort weinig gevoelig is voor grondbewerking. Daardoor kan ze zich dan ook handhaven in akkers. De bovengrondse stengels zijn deels liggend en deels opstijgend. Ook door de bovengronds liggende stengels kunnen de planten een redelijk breed areaal bezetten en groepen vormen, zoals dat ook voorkomt bij Watermunt.
De bladeren staan tegenover elkaar aan de vierkante stengels en uitlopers en van boven gezien staan ze kruisgewijs. De bladeren hebben duidelijke stelen. Ze zijn eirond tot langwerpig en driehoekig tot ruitvormig. De randen zijn grof gezaagd. Naar boven toe zitten aan de stengels de schijnkransen met bloemen, maar bij de Akkermunt valt op dat er boven aan de stengels wel een paar kruisgewijs geplaatste bladeren staan maar geen schijnkransen met bloemen.
De schijnkransen bevatten minder bloemen dan bij soorten als Watermunt of Witte munt en ze staan redelijk ver uit elkaar aan de stengels. De bloemen zijn verder niet heel duidelijk tweezijdig symmetrisch en hebben ook geen duidelijke boven- en onderlip zoals we dat kennen van andere geslachten uit de Lipbloemenfamilie. De kelk zowel als de kroon zijn eerder regelmatig van vorm en beide klok- tot trechtervormig. De kelk is van buiten behaard en de vijf vrijwel identieke kelktanden zijn driehoekig van vorm. De kleur van de vier vergroeide kroonbladen, die onderling sterk gelijkend zijn, is paars; zelfs wat meer uitgesproken dan bij de Watermunt. De vier meeldraden steken net als het stempel buiten de kroon, waardoor insecten die over de schijnkransen scharrelen vanzelf stuifmeel of pollen aan hun lijf krijgen wat dan weer gemakkelijk terecht komt op het stempel. Na bevruchting ontwikkelen zich in de vierdelige splitvrucht.
MM_200921
Het areaal van Akkermunt omvat de gematigde streken van het noordelijk halfrond en komt in onze contreien voor zowel in open tot grazige en vochtig tot natte omgevingen als in redelijk voedselrijke akkers. Hij staat ook wel aan waterkanten en je kunt de soort ook wel vinden in moerassige graslanden, bij vennen en zelfs in loofbossen. Doordat de soort in zo'n breed spectrum van milieus kan voorkomen, we noemen dit een euryoke soort, is hij niet als zoveel andere akkeronkruiden zeldzaam geworden.
Dat er boven aan de stengels een paar bladeren staan waarbinnen zich geen schijnkransen met bloemen ontwikkelen, kun je toch wel beschouwen als een bijzonderheid van Akkermunt, als je de soort vergelijkt met andere muntsoorten als Watermunt en Witte munt.
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Akkermunt verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 178-179.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 513. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 623.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 912.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Méntha arvénsis