Lipbloemenfamilie of Lamiaceae


Akkerandoorn
Akkermunt
Berggamander
Betonie
Blauw glidkruid
Bonte gele dovenetel
Borstelkrans
Bosandoorn
Brede raai
Dauwnetel
Echte gamander
Gele dovenetel
Gespleten hennepnetel
Gevlekte dovenetel
Gewone brunel
Gespleten hennepnetel
Gewone hennepnetel
Grote steentijm
Grote tijm
Hoenderbeet
Hondsdraf
Kleine bergsteentijm
KKleine steentijm
Kruipend zenegroen
Malrove
Moerasandoorn
Paarse dovenetel
Stinkende ballote
Valse salie
Veldsalie
Watermunt
Wilde marjolein
Witte dovenetel
Witte munt
Wolfspoot

De Lipbloemenfamilie of Lamiaceae is een grote familie van vaak aromatische kruiden en kleinere struiken. De stengels zijn bijna altijd vierkantig, vaak sterk behaard en de bladeren staan tegenover elkaar en zelfs kruisgewijs aan de staande en soms liggende stengels. De bloemen staan bij elkaar in zogenaamde schijnkransen, dat wil zeggen dat de bloemen in twee groepen ieder aan een zijde van de stengel staan, maar door het grote aantal bloemen staan ze ogenschijnlijk om de stengel heen. De bloemen zijn tweezijdig symmetrisch met een boven en een onderlip. De grootte van beide lippen is variabel van geslacht tot geslacht. Ze hebben een vierhokkig bovenstandig vruchtbeginsel met één stijl en tweelobbig stempel. De stijl en de meestal vier meeldraden, twee lange en twee korte, liggen onder de bovenlip. De bloemen trekken bestuivers aan, bijen en hommels, en deze zorgen voor het transport van stuifmeel of pollen van de ene naar de andere bloem en zo voor kruisbestuiving. Het vruchtbeginsel ontwikkelt zich tot een vierdelige splitvrucht.

Van een aantal aromatische soorten wordt veel gebruik gemaakt in de keuken en het huishouden. Deze worden dan ook vaak gekweekt. In de volksmond zijn dit 'kruiden', terwijl dit begrip in de botanie alle niet-houtige gewassen omvat.