In ruigten en vegetaties op ruderale, zandige bodems kun je in de zomer de mooie felgele bloemen met oranje vlekken vinden van Vlasbekje, Linaria vulgaris. De tamelijk forse planten vallen door de rijke bloemtrossen op en aan de tweezijdig symmetrische bloemen is heel goed de naar achteren uitstekende spoor te zien. In die spoor zit nectar. Aan de bloemen vallen ook de al genoemde oranje vlekken op die een honingmerk vormen en hommels de weg wijzen naar het inwendige van de bloem.
Vlasbekje, Linaria vulgaris Mill., een soort uit de Weegbreefamilie, of Plantaginaceae, valt door zijn opvallende vorm en fel lichtgele kleur direct op in de vegetatie waar de 30 tot 90 cm hoge plant staat.
De tweezijdig symmetrische bloemen zijn 25-35 mm lang inclusief de lange spoor. De kelkslippen lopen spits toe. Grotere insecten, zoals hommels, kunnen de boven- en onderhelft van de bloem openen, in de bloem kruipen en nectar uit de spoor zuigen. Daarbij brengen ze stuifmeel (of pollen) over van de ene naar de andere bloem en dienen op die manier als vectoren voor de bevruchting. De bovenhelft van de bloemkroon wordt wel het gehemelte genoemd en de ruimte waar een insect in kan kruipen de keel. Soms vind je in de spoor gaten, die zijn dan door insecten gemaakt die korttongig zijn en niet via de normale weg bij de nectar kunnen komen. We noemen dat inbraak en de bloemen worden dan niet bevrucht. De bloeitijd loopt van juni tot in de herfst.
De overblijvende planten hebben rechtopstaande stengels en de lijnvormige bladeren staan boven in de plant verspreid, maar onderin vormen ze kransen. Ze zijn 3-8 cm lang en slechts 3-6 mm breed.
De bloemen staan in dichte trossen. Je vindt deze pioniersoort op omgewerkte grond in ruigten en op grazige plaatsen, langs spoorwegen en in de duinen. Vroeger werd de soort tot de Helmkruidfamilie, of Scrophulariaceae gerekend, en heette vroeger Vlasleeuwebek.
MM_111008
Laatste wijziging: 130730
Het areaal van Vlasbekje omvat Europa, met uitzondering van het hoge noorden, en West-Azië. Als soort die vooral op zandgronden voorkomt wordt ze door Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland ingedeeld bij
31 Klasse der Ruderale gemeenschappen
31Ca3 Wormkruid-associatie
Vlasbekje is een echte hommelbloem. Deze insecten zijn krachtig genoeg om de bloem open te maken en boven- en onderlip van elkaar te drukken. In de spoor vinden ze nectar, maar en passant krijgen ze stuifmeel mee dat ze bij bezoek aan een volgende bloem afgeven aan de stempels. Zo wordt de kruisbestuiving tot stand gebracht. De bloem is er helemaal op gebouwd dat alleen hommels met lange tongen op bezoek komen; maar hommels met korte tongen bijten vaak een gat in de spoor. Ze kunnen dan van buiten de bloem direct bij de nectar. Uiteraard wordt de bloem dan niet bestoven en op oneigenlijke manier bestolen. We noemen dit 'inbraak'.
Als Vlasbekje nog niet bloeit en dus niet aan de fraaie bloemen te herkennen is, lijkt de vegetatieve plant nogal op Wolfsmelken. Een gemakkelijke controle is uit te voeren door van de plant een blaadje af te plukken. Als er witte melk uitkomt, is het een wolfsmelk. Komt er geen witte melk uit dan kun je met Vlasbekje van doen hebben.
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Vlasbekje verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 206.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 529. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 645.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 866.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Linária vulgáris