In de zomermaanden kun je in graslanden, ruigten, struweelranden en spoorwegtaluds in de volle zon de geel bloeiende struikachtige planten van het Sint-Janskruid, Hypericum perforatum L., zien staan. De mooie dooiergele kleur van de bloemen valt op en het is goed te begrijpen dat gekweekte Hertshooisoorten graag in tuinen worden geplant. Direct zeker van je zaak bij het herkennen van de plant ben je als je een blaadje tegen het licht houdt en dan de vele kleine doorzichtige puntjes ziet. Het lijkt wel alsof er met een hele fijne naald gaatjes geprikt zijn in de bladeren. De soortnaam "perforatum" is je dan meteen duidelijk. Het begin van de bloei valt omstreeks de feestdag van Sint Jan, 24 juni, dus dat verklaart de Nederlandse naam van deze soort.
Sint-Janskruid, Hypericum perforatum L., is een soort uit de Hertshooifamilie of Hypericaceae. Oude familienamen die je nog wel eens tegen komt zijn Guttiferae of Clusiaceae.
De rechtopstaande stevige stengels hebben twee lijsten. Ze vertakken nogal sterk. Ze ontspruiten aan wortelknoppen waarmee de plant zich ook kan uitbreiden. Er ontstaan daar ook kleine bovengrondse uitlopers, die met groene blaadjes overwinteren. De hogere delen sterven in de winter bovengronds af.
De tegenoverstaande bladeren hebben veel doorzichtige puntjes; ze zijn als het ware geperforeerd (=perforatum). Aan de rand staat een aantal zwarte klierpuntjes.
De regelmatige, vijftallige bloemen hebben vijf goud-gele kroonbladen met zwarte strepen en maar weinig zwarte punten. Ze zijn 8-16 mm lang. De vijf kelkbladen zijn kleiner dan de kroonbladen, geleidelijk toegespitst en bij de top zonder tandjes. De meeldraden staan in drie bundels bij elkaar en zijn aan het onderste deel vergroeid. Het bovenstandig vruchtbeginsel heeft drie stijlen. Het groeit uit tot een doosvrucht met lengtestrepen en kleine schuine dwarse streepjes. Als je een bloemknop fijn wrijft komt er een roodpaarse vloeistof uit.
Sint-Janskruid bloeit rond de feestdag van Sint Jan, 24 juni, en staat in open droog grasland in de volle zon. Ook langs niet beschaduwde struweelranden en in bermen en langs spoorwegen tref je de soort algemeen in de Benelux aan. Bij voorkeur staan de planten in grotere groepen bij elkaar. Oorspronkelijk was Sint-Janskruid thuis in Europa en in het Atlasgebied van Noord Afrika en aansluitend tot in Midden Azië. Nu is de soort een kosmopoliet, met andere woorden je vindt de soort vrijwel over de hele wereld. Sint-Janskruid is vanouds een plant waaraan geneeskrachtige eigenschappen worden toegeschreven en die gebruikt werd om de duivel te verjagen.
MM_111203
Sint-Janskruid is een zeer algemeen voorkomende plantensoort in Nederland en België. De standplaats is steeds en bij voorkeur in de volle zon. Te denken valt aan graslanden, ruigten, struweelranden, maar ook spoorwegtaluds en droge heide-achtige graslandvegetaties. Zo is er een aantal plantengemeenschappen waarin het Sint-Janskruid een grote rol speelt. Uitgebreide informatie over deze plantengemeenschappen wordt gevonden in Schaminee, J. et al. (2010), Veldgids Nederlandse plantengemeenschappen. Dit zijn bijvoorbeeld
17Aa1 Associatie van Dauwbraam en Marjolein
31Ca3 Wormkruid-associatie
Naamgeving
Mensen hebben Sint-Janskruid voor medicinale doeleinden gebruikt. Bij een juiste dosering hebben de oliën die je uit de plant kunt winnen een steriliserende werking en zij schijnen bovendien een kalmerende werking te hebben.
Meer uitgebreide informatie over de ecologie en de relaties met andere organismen is na te lezen in Weeda, E.J. et al. (1987) Nederlandse oecologische Flora, deel 2: 193.
Voor het uitvoeren van een wetenschappelijke determinatie van de soort zij hier verwezen naar Meijden, R. van der (2005) Heukels' flora van Nederland, 23ste druk: 351. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 420-421.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 559.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Hyperícum perforátum