Als oeverplant is Waterzuring, Rumex hydrolapathum, gemakkelijk te herkennen aan de soms wel tot een meter grote donkergroene, soms wat vlezige bladeren. Deze ontspruiten aan de wortelstok die zich in de onderwaterbodem bevindt. Ook aan de droge kant van de waterlijn kan de Waterzuring staan. Aan die typische bladeren is de soort ook als ze niet bloeit goed te herkennen. Als zomerbloeier produceert de plant een stengel met kegelvormige pluimen als bloeiwijzen.
De meest forse Zuring die we in onze contreien kennen is de Waterzuring, Rumex hydrolapathum Huds., uit de Duizendknoopfamilie of Polygonaceae.
Het is een meerjarige en overblijvende oeverplant met een korte wortelstok in de onderwaterbodem. De wortelstandige bladeren kunnen tot een meter groot worden, hebben een langwerpige tot lancetvormige vorm en aan de voet lopen ze meestal geleidelijk als een wig uit in de steel. Ook zijn de bladeren opvallend donkergroen van kleur en zien er nogal leerachtig tot vlezig uit. De rand van de bladeren is gaaf maar wel gegolfd tot licht gekroesd. Aan deze grote bladeren is de plant al goed te herkennen ook als ze niet bloeit. In de zomer vormt de Waterzuring gegroefde stengels met stengelbladeren die verspreid aan de stengel staan; deze bladeren hebben een zwak hartvormige voet, maar zijn goed te onderscheiden van de bladeren van de Ridderzuring. De verspreid aan de stengel staande bladeren hebben boven de aanhechtingsplaats het welbekende tuitje, dat een kenmerk is van de hele Duizendknoopfamilie.
Tijdens de bloei in de zomer ontwikkelt de plant een rechtopstaande stengel die uitloopt in een pluimvormige bloeiwijze. De pluim heeft een beetje de vorm van een kegel is tamelijk dicht en kleurt groen tot licht roodbruin. De tweeslachtige bloemen worden door de wind bestoven. De bovenstandige vruchtbeginsels groeien uit tot vruchten. De binnenste bloemdekbladen vergroeien met het nootje. Ze zijn driehoekig van vorm waarbij ze net iets langer dan breed zijn. Het zijn stevige vruchtkleppen die aan de top zijn afgeknot en alle drie de kleppen hebben een knobbel, waarmee de vrucht op het water kan blijven drijven. Naarmate ze rijper zijn is de kleur meer naar bruin toe.
Waterzuring is een soort die als oeverplant te vinden is zowel langs plassen, als rivieren en sloten, maar ook in petgaten.
MM_131122
Waterzuring is een soort van het zoete water en komt in heel Europa in zoet water voor, met uitzondering van de meer zuidelijke delen van dit werelddeel. De soort is in onze contreien zeer algemeen als oeverpalnt te vinden en vormt een belangrijke soort in drijftillen en lintbegroeiingen in laagveenplassen, sloten en petgaten; in vegetaties van Riet komt meestal een klein aantal exemplaren van de Waterzuring voor. Ook in Zeggemoerassen kom je Waterzuring tegen. Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland deelt de waterzuring als belangrijke ken- of begeleidende soort in bij de
08 Rietklasse
08Ba1 Associatie van Slangenwortel en Waterscheerling
08Ba2 Associatie van Waterscheerling en Hoge cyperzegge
08Bb4 Riet-associatie
08Bc1 Oeverzegge-associatie
08Bd2 Pluimzegge-associatie
16Ab3 Associatie van Echte koekoeksbloem en Gevleugeld hertshooi
32 Ba2 Moerasmelkdistel-associatie
De bladeren van Waterzuring werden eertijds wel gegeten en bleken al in de oudheid bekend te zijn als een voedingsmiddel dat scheurbuik kon voorkomen. Inderdaad bevatten de bladeren relatief veel Vitamine C en door de relatief grote productie aan bladmateriaal werden de planten in de natte streken van Nederland hiertoe geoogst
Meer informatie over de ecologie van de Waterzuring en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 151-152.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 278. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 550-551.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 405-406.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Rúmex hydrolápathum.