Aan de typische bloeiwijzen, het lijken wel kwastjes, met nogal wat kleine gele bloemen bij elkaar, herken je aan waterkanten in oevervegetaties en in moerasachtige vegetaties de Moeraswederik, Lysimachia thyrsiflora. De bloemen staan halverwege in de tot zo'n 70 cm hoge planten. Deze hebben smalle lancetvormige bladeren. Ze staan met z'n tweeën tegenover elkaar en elk bladpaar staat kruisgewijs ten opzichte van de erboven en de eronder geplaatste twee bladeren. De bloemen zelf zijn tamelijk klein. Ze hebben 6 of 7 kroon- en kelkbladen en evenveel langere meeldraden. De stijl met stempel steekt al voor de bloei uit de bloemknop naar buiten.
Een van de soorten uit het geslacht Wederik met opvallende katjesachtige trossen met bloemen in de oksels van de bladeren is Moeraswederik, Lysimachia thyrsiflora L. uit de Sleutelbloemenfamilie of Primulaceae.
Met name de bloeiwijze van deze soort is heel opmerkelijk: op een tamelijk lange steel, die in de oksel van schutbladeren staat in het onderste deel van de plant, vind je een soort katje met daarin veel bloemen bij elkaar. Als je zo'n bloeiwijze ontleedt is het eigenlijk een tros. Het geheel is een verzameling van smalle, lijnvormige kroon- en kelkbladen en veel meeldraden met een bovenstandig vruchtbeginsel met een stijl en stempel. Meestal heeft iedere aparte kleine bloem 6 of 7 kelk-, kroonbladen en meeldraden. Deze meeldraden zijn langer dan de kroonbladen en steken daardoor ver naar buiten. Zo'n tros lijkt wel wat op een kwast, waarmee je poeder kunt opbrengen op de huid. De kleine bloemen meten zo'n 5-6 mm in doorsnee.
Op de ondergrondse wortelstokken ontwikkelen zich rechtopstaande stengels die tot zo'n 70 cm hoog kunnen worden. De smalle langwerpige tot lancetvormige bladeren zitten zonder steel aan de stengel. Als je goed kijkt zie je dat de voeten van de bladeren de stengel half omvatten. De rand van de bladeren is gaaf en iets omgerold naar beneden.
In het bovenste deel van de planten vind je een dichte beharing op de onderkant van de bladeren en de stengel; en verder ook op de stelen van de bloeiwijzen. Op de bovenkant van de bladeren zijn nog rode klierpuntjes te vinden; net als op de kelk- en kroonslippen.
Moeraswederik is te vinden langs waterkanten als oeverplant, maar ook wel in veen en moerasachtige vegetaties.
MM_140704
Het verspreidingsgebied of areaal van Moeraswederik omvat het koele-gematigde deel van het noordelijk halfrond. In Nederland bereikt de soort de zuidelijke grens van zijn areaal. In de laagveenstreken van het noorden en westen van het land is de soort algemeen. Hij verdraagt echter geen brak water, zodat de soort in het Waterland en de Zaanstreek ontbreekt. Ook in Drenthe en Noord-Brabant is de soort redelijk aan te treffen en stond ze tot dicht bij Nijmegen aan het Wijchens Ven, een voormalige meander van de Maas. Moeraswederik is een soort die een belangrijke rol speelt in de verlanding van vrijwel stilstaand water. In Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, worden de plantengemeenschappen beschreven waarin Moeraswederik een belangrijke, kenmerkende rol speelt
08Bd Verbond van Stijve zegge
08Ba2 Associatie van Waterscheerling en Hoge cyperzegge
09Ba1 Associatie van Schorpioenmos en Ronde zegge
39Aa1 Moerasvaren-Elzenbroek
Doordat de bloeiwijzen bij de Moeraswederik zich vooral in het midden en onderste deel van de plant bevinden, valt deze soort in oever- en verlandingsvegetaties ook tijdens de bloei niet erg op. Hij treedt vooral op in combinatie met allerlei Zeggesoorten..
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Moeraswederik verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 62-63.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 455. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 566-567.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 809.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Lysimáchia thyrsiflóra.