Langs struweelranden en op enigszins beschaduwde vochtige en tamelijk voedselrijke bodems kun je vaak de witte bloeischermen vinden van het Zevenblad, Aegopódium podagrária L.. De in mei tot juli bloeiende plant is genoemd naar zijn typische samengestelde bladeren, die vaak bestaan uit 5 tot 7 deelblaadjes. Tuinvarianten hebben vaak een witte tekening op de bladeren.
Tot de grote familie van de Schermbloemen of Apiaceae hoort het Zevenblad, Aegopódium podagrária L., dat ook veel in tuinen voorkomt en dan heeft het blad vaak een witte tekening. Door zijn grote en uitgebreide ondergrondse uitlopers is de plant uit tuinen moeilijk weg te krijgen; het is een echte woekeraar die grote oppervlakken kan bedekken. Hierin is het voor wat betreft de landplanten onder de schermbloemenfamilie een uitzondering.
De samengestelde schermen bestaan uit 10-20 schermpjes en op de plek waar de schermstralen en straaltjes ontspringen ontbreken zowel de omwindselblaadjes als de omwindseltjes. De vijftallige witte, soms een beetje roze kleurende, regelmatige bloemetjes zijn vrijwel zonder kelktanden. De buitenste bloemen in het scherm zijn stralend. De witte kroonbladen zijn ingesneden. Het onderstandig vruchtbeginsel met twee stijlen groeit uit tot een tweedelige splitvrucht die 3-4 mm groot is en groen van kleur blijft.
Aan de rechtopstaande, holle stengels staan de veerdelige bladeren verspreid. De veerdelige bladeren hebben een schede en meestal 3, 5 of 7 tot wel 9 brede, eironde deelblaadjes. Vaak zitten twee deelblaadjes over een tamelijk grote lengte met elkaar vergroeid. De combinatie van een driedelig topblad met twee tweedelige deelblaadjes heeft de plant zijn Nederlandse naam gegeven. De rand van de deelbaadjes is gezaagd. Door hun grote breedte vallen de deelblaadjes op en daardoor wijkt Zevenblad nogal af van de andere soorten uit de Schermbloemenfamilie.
Zevenblad tref je in heel Europa aan met uitzondering van de gebieden rond de Middellandse Zee. Verder vind je het tot in Midden-Siberië toe. Het is, met Fluitenkruid, de meest algemeen voorkomende schermbloem in ons land en hoort tot de 40 meest algemeen voorkomende plantensoorten.
In vroeger tijden werd het gebruikt als soepgroente en als medicijn tegen jicht. Het groeit op halfbeschaduwde, vochtige en voedselrijke plaatsen, bijvoorbeeld op de overgang van akkers of grasland naar struweelranden en de randen van hoger opgaand bos van vochtige standplaatsen.
MM_120409
Zevenblad heeft een areaal dat de gematigde zone van Europa en Azië. Het groeit op halfbeschaduwde, vochtige en voedselrijke plaatsen, bijvoorbeeld op de overgang van akkers of grasland naar struweelranden en de randen van hoger opgaand bos van vochtige standplaatsen. Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland beschouwt Zevenblad als een essentiële soort in
33Aa5 Zevenblad-associatie
43Aa1 Abelen-Iepenbos
43Aa2 Essen-Iepenbos
Zevenblad is een van de 40 meest algemene soorten in onze contreien, werd vroeger vaak gebruikt als soepgroente en verwerkt in salade. Ook werd de plant gebruikt tegen jicht. Om die reden werd de soort ook aangeplant in tuinen en in de Middelleeuwen in Engeland ingevoerd. Door de ondergronds woekerende wortelstokken is het inmiddels in veel tuinen een bijna onuitroeibaar kruid geworden, dat dan in de volksmond 'onkruid' genoemd. In de plantkunde kennen we het begrip 'onkruid' echter niet.
Uitgebreidere informatie over de ecologie van Zevenblad en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 258.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 557-558. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 766.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 641.
Kleijn, H. (1970) Planten en hun naam. Botanisch lexicon voor de Lage Landen. Meulenhoff Amsterdam, pp 13-15.