Video Determinatie

Scherpe boterbloem - Ranunculus acris

Tot de twee soorten Boterbloemen, die heel algemeen voorkomen in ons land in bermen, op dijkhellingen, in weilanden en hooilanden hoort de Scherpe boterbloem, Ranunculus acris. Deze soort heeft onder de bloemen een rolronde stengel, wat je goed kunt voelen als je probeert om een bloem tussen duim en wijsvinger te laten draaien. De bovenste bladeren aan de stengel bestaan uit bladslippen en de bladeren onderaan zijn vijf- tot zevendelig. Als je aan een stukje van de plant proeft, krijg je een scherpe smaak aan je tongpunt. Wel uitspuwen, trouwens!

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

De Scherpe boterbloem, Ranunculus acris L., is een meerjarige plantensoort uit de Ranonkelfamilie of Ranunculaceae en komt in België en Nederland zeer algemeen voor in graslanden, hooilanden en langs de weg in bermen.

De plant is dofgroen van kleur en behaard en ze kan tot maximaal 1 m hoog worden. Er zijn uitlopers die bewortelen. De onderste bladeren hebben een lange bladsteel en zijn handvormig en diep ingesneden. Ze zijn vijf- tot zevendelig of vijf- tot zevenspletig gedeeld. De bovenste bladeren zijn zittend en geheel in lintvormige slippen gedeeld.

De plant bloeit van april tot in de herfst. De bloem is glanzend goudgeel, in doorsnede 1,5-2,5 cm en heeft vijf kroonbladen. Er liggen behaarde kelkblaadjes tegen de kroon aan en er zijn veel meeldraden. De behaarde bloemsteel is rolrond en niet gegroefd. Scherpe boterbloem wordt door insecten bestoven. Omdat de vruchtbeginsels ontvankelijk zijn voordat de meeldraden rijpen is er steeds kruisbestuiving. Na bevruchting ontwikkelen de vruchtbeginsels zich tot dopvruchten met een kort, krom snaveltje.

Tenslotte kan nog vermeld worden dat Scherpe boterbloem ook in duinvalleien, in leemgroeven, op kapvlakten en langs bospaden te vinden is. Als je de soort vindt op droge zandbodems zoals we op de Veluwe aantreffen, dan betekent dat dat er ter plekke leem in de zandbodem gemengd zit.

MM_120304

Laatste wijziging 130730

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Boterbloem - Ranunculus
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.30 - 0.90 meter
Bloeiperiodes:
Bloemkleur:
geel
Bloeiwijze:
alleenstaande bloem
Bloemvormen:
vijftallig, regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 kelkbladen, 5 kroonbladen
Meeldraden:
20 of meer
Vruchtbeginsel:
veel, bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
dopvrucht
Zaden:
-
Stengel:
rechtopstaand
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
ingesneden, handvormig
Bladranden:
veerspletig, gaaf
Ondergronds deel:
rhizoom/ wortelstok
Plantengemeenschappen:

Het oorspronkelijk verspreidingsgebied van Scherpe boterbloem is het noordelijk halfrond. In delen van Afrika en in Nieuw-Zeeland is de soort ingevoerd door menselijk toedoen. In Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, wordt de soort beschreven als een belangrijk onderdeel van de 16 Klasse der Matig voedselrijke graslanden.

De plantensoort 'Scherpe boterbloem' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Scherpe boterbloem is bij uitstek een Boterbloemsoort die door insecten wordt bestoven en bevrucht. Bij regen buigen de bloemstelen, die niet gegroefd en daardoor minder stevig zijn, om en gaan de bloemen naar beneden hangen. Dit is de zogenaamde slaapstand die je bijvoorbeeld ook ziet bij de bloemen van de Pinksterbloem tijdens regen. Er komen dan geen regendruppels in de bloem en de bloemdelen, als meeldraden en stampers blijven dan dus droog.

Scherpe boterbloem is een beetje giftig en wordt mede vanwege de smaak door vee gemeden.

Het woord(deel) 'ranunculus' in de geslachts- en familienaam is in het Nederlandse 'Ranonkel' herkenbaar. Ranunculus is een verkleinwoord van het Latijn rana dat kikker betekent. Al bij de oude Grieken was het geslacht bekend onder de naam Batrachion hetgeen kikkertje betekent. De oorzaak van deze naamgeving ligt in het gebruik van de planten voor het bereiden van een kikvorsgroene verfstof voor kleding. Boterbloemen (Engels: Buttercup; Duits: Hahnenfuss) hebben hun Nederlandse naam gekregen door hun meestal botergele bloemen (met dank aan Jan van Twisk).

Meer informatie over de ecologie van de Scherpe boterbloem en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 242.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 257. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 316.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 479.

Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Ranúnculus ácris