Blauwe zegge, Carex panicea, komt regelmatig voor in vochtige gras- en hooilanden, op natte heiden en in duinpannen. De planten hebben kruipende wortelstokken. Boven de blauwgroen gekleurde bladeren aan de stomp-driekantige stengel zitten in de bloeiwijze één aar met mannelijk bloeiende bloemen en meestal 2 aren daar onder met nogal losbloemige vrouwelijk bloeiende bloemen. De gladde urntjes hebben een wat schuin afgesneden top die de naam snavel nauwelijks verdient. Aan de wortelstokken vind je naast bloeiende spruiten ook de nodige niet bloeiende.
De planten zijn door hun blauwe kleur goed te herkennen en zijn samen met andere soorten de naamgever van de blauwgraslanden, waar ze een vrij dominante positie innemen.
MM_210107
Blauwe zegge heeft als areaal een groot deel van Europa, maar in het zuiden en zuidoosten tref je de soort niet aan. Verder horen de Kaukasus en Centraal-Azië tot het verspreidingsgebied. Momenteel is de soort ook in Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland aanwezig, maar is daar een door de mens ingevoerde neofyt. De soort wordt bedreigd in onze contreien door de verlaging van de grondwaterstand ten behoeve van de moderne landbouw en veeteelt.
Blauwgrasland is vernoemd naar onder meer de Blauwe zegge; daar immers komt de soort optimaal voor en geeft ook de blauwige kleur aan deze natte graslanden. Er zijn steeds minder van deze bijzondere en soortenrijke graslanden als gevolg van waterstandsverlaging en vermesting ten dienst van de intensieve landbouw en veeteelt.
Nog meer informatie over de ecologie van Blauwe zegge en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 298
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 156. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 166.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 247.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Cárex panícea.