Langs oevers van rivieren, oude rivierarmen, kanalen, plassen, meren en in moerasachtige omstandigheden kun je hoogopgaande vegetaties vinden met daarin de donkergroen gekleurde, rolronde stengels van de Mattenbies, Schoenoplectus lacustris. In de video is de typische standplaats goed in beeld gebracht. Bovenin vind je dan de bruine bloeiwijze met een aantal aren die in de oksel staan van een schutblad dat ogenschijnlijk de voortzetting is van de rolronde stengel.
Mattenbies, Schoenoplectus lacustris (L.) Palla, vroeger ook Scirpus lacustris L. genaamd, hoort tot de Cypergrassenfamilie en staat aan de waterkant tot maximaal 3 meter diep. De planten werden vroeger gebruikt om er matten van te vlechten en daar dankt de plantensoort dan ook zijn naam aan, maar daar wordt de plant tegenwoordig nauwelijks meer voor benut.
De tot 3,5 m hoog wordende planten hebben een rolronde stengel die gevuld is met merg. Door dit merg kan zuurstof door de stengel naar beneden tot in de wortelstok en de wortels doordringen. Van deze eigenschap wordt in waterzuiveringsbekkens gebruik gemaakt om de microorganismen in de bodem van zuurstof te voorzien.
Onderaan de stengels waar die uit de wortelstok tevoorschijn komen heeft de Mattenbies voor en tijden de bloei een aantal bladeren (2-12) met een duidelijke bladschijf. De bladschedes vezelen tenslotte.
Ogenschijnlijk hebben de lange stengels bovenin geen bladeren maar de eivormige aren staan op stelen in feite in de oksel van een eveneens rolrond schutblad dat in het verlengde van de stengel doorloopt. Daardoor lijkt de bloeiwijze zijdelings uit de rolronde stengel naar buiten te treden. De kafjes in de eivormige bloeiwijze zijn glad en bruin en kunnen op de middennerf rode wratjes hebben. Ze staan in een spiraal gerangschikt. De tweeslachtige bloemen leveren na bevruchting stomp driekantige nootjes.
In het rivierengebied is de soort algemeen. Ze staat langs oevers van de rivieren, kanalen en oude rivierarmen. Ook langs plassen en meren vind je de Mattenbies. Ook in brak water kan de soort goed gedijen.
MM_111126
Mattenbies is een soort van oevers van rivieren, kanalen, oude rivierarmen, plassen en meren en zeer vochtige moerasgronden. In brak water komt ze ook voor, maar dan is ze daar aangeplant, want Mattenbieszaad kan alleen in zoet water kiemen. Ze is algemeen in het hele rivierengebied van de Benelux en bijvoorbeeld ook langs de Friese meren. Soms wordt ze aangeplant voor de teelt om matten van te vlechten als vloerbedekking of zittingen van stoelen, maar dat gebeurt nog slechts zelden; tegenwoordig wordt ze meer aangeplant in zuiveringsinstallaties, waar ze een grote rol kan spelen bij het zuiveren van afvalwater. Mattenbies maakt, zoals beschreven in Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland deel uit van belangrijke plantengemeenschappen, namelijk van het
08Bb Rietverbond
08Bb1 Mattenbiesassociatie
Mattenbies werd vroeger gebruikt om er matten van te vlechten, die als vloerbedekking dienst deden of als zitting van stoelen, en daar dankt de plantensoort dan ook zijn naam aan, maar daar wordt de plant tegenwoordig nauwelijks meer voor benut. De met merg gevulde stengel kan lucht transpoteren tot onder de waterspiegel waar in de wortelstokken luchtkanalen lopen. Dat maakt dat de plantensoort in dieper water kan staan en uitermate geschikt is om in zuiveringsinstallaties als ecologisch waterfilter en beluchter kan dienen. Je ziet bij dat soort installaties dan ook in toenemende maten basins met Mattenbies. Door de natuurlijke beluchting van zuurstofarm afvalwater kunnen bacteriën beter in het afvalwater groeien en organische stoffen omzetten en afbreken in elementaire atomen en moleculen. Daardoor wordt het water schoner en helder en de Mattenbiezen nemen deze elementen op en produceren biomassa die weer gebruikt kan worden.
Meer over de ecologie en de relaties met andere organismen van Mattenbies is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 251.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 145. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 189.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 232-233. In deze flora wordt de soort benoemd als Scirpus lacustris, die verder nog te verdelen is in drie ondersoorten.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Schoenopléctus lacústris