De bloem van de Gewone vleugeltjesbloem herken je aan de wel heel typische vorm. Van de vijf kelkbladen zijn er twee behoorlijk vergroot en gekleurd met dezelfde kleur als de kroon. Ze spreiden zich naast de kroon uit als twee vleugels. De kroon bestaat uit drie kroonbladen waarvan het onderste heel sterk is ingesneden waardoor dit kroonblad franjes heeft. De bladeren zijn klein en staan verspreid langs de opstijgende stengels. De planten zijn klein en als ze niet bloeien onopvallend in het grasland waarin ze staan.
Een meerjarige niet al te hoog wordende kruidachtige en tengere plant op kalkrijke bodem is de Gewone vleugeltjesbloem, Polygala vulgaris L., uit de Vleugeltjesbloemfamilie of Polygalaceae.
Het verspreidingsgebied of areaal van de Gewone vleugeltjesbloem omvat Europa en de gematigde streken van Azië. Het is een soort van graslanden op krijthellingen, zoals kalkgrasland, maar ook in de wat meer kalkrijke duinen voelt de soort zich thuis.
De wel heel opmerkelijke vorm van de bloem kenmerkt het geslacht Vleugeltjesbloem.
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van de Gewone vleugeltjesbloem verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 21.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 376. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 358.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 608.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Polýgala vulgáris.
In het Duitse taalgebied heet deze plantensoort Gemeines Kreuzblümchen; Rothmaler, W. (1981) Exkursionsflora für die Gebiete der DDR und der BRD. Band 2 Gefässpflanzen, 10e druk: 301.