Nu er geen blad aan de bomen zit, is het toch een mooi moment om de bomen eens te bekijken. De structuur die een een boom een boom maakt is nu onverhuld en in volle glorie te bewonderen.
Het ingewikkelde netwerk aan takken en twijgen in de top - stel je eens voor, onder de grond zit een misschien nog wel uitgebreider netwerk aan wortels! - alles bij elkaar gehouden door de stam. En om die stam zit weer een bast. En die boombast is voor elke boom weer uniek, net zo uniek als de vorm van de bladeren. De boomsoort is dus goed te herkennen.
Neem eens de basten die op de foto staan. Herken je ze? De bast biedt, zoals een soort huid, bescherming aan de boom, maar kan ook dienen om reservestoffen in op te slaan. Mede hierom is boombast een geliefde lekkernij voor o.a. geiten. Maar ook gifstoffen kan de boom opslaan in de bast, die vervolgens afvalt. Door de vaak vele groeven in de bast zijn er veel dieren, planten en schimmels die er graag leven. Hierdoor zitten boombasten vaak vol met mossen, korstmossen en insecten.
De oplossing (m.d.k.m.): Beukenbast (Fagus sylvatica) is vaak erg glad en heeft een zilveren glans; Zomereikenbast (Quercus robur) zit vol met fijne groeven, dit in tegenstelling tot de bast van de Robinia (Robinia pseudoacacia) waar de groeven veel dieper zijn. De bast van de Ruwe berk (Betula pendula) is natuurlijk heel herkenbaar aan het zwart-witte karakter. Tip voor thuis: kijk tijdens deze koude dagen eens welke bomen er allemaal tussen het haardhout te vinden zijn.
Tekst en foto door Nils van Rooijen, 23 januari 2017, © Flora van Nederland