Na een lange, natte periode laat de zon zich weer zien. Dat gaat aan de natuur niet onopgemerkt voorbij! Paren boomkruipers, koolmezen en staartmezen hebben plannen voor gezinsuitbreiding en bezoeken onze tuin, inspecteren nestkastjes of dakranden, en maken dat onze ochtendkoffie geanimeerd verloopt.
Planten reageren heel verschillend op het weer. Maarts viooltje en Paarse dovenetel bijvoorbeeld trokken zich weinig aan van de regen en bloeiden onverstoorbaar door. Speenkruid daarentegen bedekte de bodem wel met hele vierkante meters blad maar liet maar weinig bloemen zien. Bosanemoon richtte voorzichtig een kopje op en liet het meteen weer moedeloos hangen. Nu zijn ze bezig met een inhaalslag. De bosbodem ziet geel en wit van de bloemen.
Aan de Noorderkolk, dat ik voor de natuurgidsenopleiding als dagboekterrein heb geadopteerd, tel ik de planten en kom tot een aantal van 23 soorten. Thuis zoek ik ze op in de Flora van Nederland en merk tot mijn genoegen dat ik de meeste goed heb gedetermineerd. Drie jaar wildeplantencursus hebben toch iets geleerd.
Tekst Roel Suidgeest, 27 maart 2019, © Flora van Nederland - Roel Suidgeest