Video Determinatie

Gewone esdoorn - Acer pseudoplatanus

In onze loofbossen, struwelen en duinen vinden we de Gewone esdoorn, Acer pseudoplatanus. De boom is goed te herkennen aan zijn handnervige, vijflobbige bladeren die veel lijken op die van de plataan, wat in de video getoond wordt. De bloeiwijze wordt gevormd door hangende trossen lichtgroene bloemen, die uit de toppen van de twijgen ontstaan. Ze gaan bloeien net nadat het blad ontloken is. De gevleugelde vruchten maken een hoek van 90 graden met elkaar en kun je op je neus klemmen.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Gewone esdoorn, Acer pseudoplatanus L., is een veel aangeplante, maar ook in loofbossen te vinden en sinds de Middeleeuwen ingeburgerde boom uit de Zeepboomfamilie of Sapindaceae. Hij kan zichzelf goed verjongen door uit zaad op te groeien. Maar de bomen kunnen ook tot wel vijfhonderd jaar oud worden.

De jonge schors is dun, grijs van kleur en glad, maar naar mate de boom ouder wordt gaat de bast afschilferen. Het hout is zeer waardevol, geelwit van kleur en wordt gebruikt voor meubels en muziekinstrumenten.

De bladknoppen zijn dik en eivormig en de bladeren staan tegenover elkaar en kruisgewijs aan de takken. Ze komen in het vroege voorjaar iets eerder te voorschijn dan de bloeiwijzen. De grote bladeren zijn handvormig met meestal vijf slippen. Soms zijn het er maar drie maar ook wel zeven. De slippen lopen spits toe en de randen zijn dubbel gezaagd. De bladeren lijken daarmee wel iets op die van de Plataan (pseudoplatanus betekent gelijkend op de plataan). Aan de onderzijde vind je haarbosjes in de nerfoksels. Ze hebben een rode bladsteel en van onderen zijn ze een blauwachtig groen tot wijnrood. In de herfst kleuren de bladeren geel.

Iets na de bladeren verschijnen de hangende bloeiwijzen met de weinig opvallende lichtgroen gekleurde bloemen. Deze zijn vijftallig, maar het aantal meeldraden is 8. In het midden hebben ze een discus waarop de meeldraden staan ingeplant en deze geeft nectar af waar insecten, vooral bijen, op afkomen die voor de bestuiving en bevruchting zorgen. Hoewel de bloemen tweeslachtig zijn, zijn ze in de praktijk eenslachtig. Of de meeldraden ontwikkelen zich volledig en dan verkommert de stamper, òf het bovenstandig u-vormige vruchtbeginsel ontwikkelt volledig. Dit groeit na bevruchting uit tot twee gevleugelde vruchten die een scherpe hoek, kleiner dan 90 graden, met elkaar maken. Als de vruchten rijp zijn vallen ze af en met de vleugel kunnen ze als het ware als een propeller naar beneden dwarrelen. De dubbele vrucht kun je op je neus klemmen.

Kiemplanten van Gewone esdoorn hebben ongedeelde langwerpig driehoekig-eironde bladeren. In duindoornstruweel kan de Gewone esdoorn zich zo ontwikkelen en tot boom uitgroeien. Hij wordt dan niet door konijnen opgegeten. Hij komt algemeen voor met uitzondering van Drenthe, wat te maken heeft met de vorstgevoeligheid van de boom. De bodem moet vochtig maar ook goed doorlucht zijn en redelijk voedsel- en kalkrijk. Tegen overstroming is de boom niet bestand.

MM_120109

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Esdoorn - Acer
Plantvorm:
boom
Plantgrootte:
10.00 - 30.00 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
groen
Bloeiwijze:
tros
Bloemvormen:
vijftallig, regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 kelkbladen, 5 kroonbladen
Meeldraden:
8 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
gevleugelde vrucht
Zaden:
-
Stengel:
-
Schors:
glad, grijs, afschilferend
Bladstand:
tegenoverstaand
Bladvorm:
handvormig
Bladrand:
dubbel gezaagd
Ondergronds deel:
hoofd- en bijwortels
Plantengemeenschappen:

Het areaal van de Gewone esdoorn is te vinden in de gebergten van Midden-Europa, zoals de Pyreneeën, de Harz en de Kaukasus. Onze contreien liggen net buiten dat areaal, maar ze sluiten er wel bij aan. Vandaar dat de boom zich bij ons gemakkelijk kan uitzaaien.

Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland beschrijven de boom als een belangrijke soort in de plantengemeenschappen

37Ac5 Associatie van Hazelaar en Purperorchis

43Aa Verbond van Els en Gewone vogelkers

De plantensoort 'Gewone esdoorn' komt voor in de volgende plantenassociaties:

De discus op de bloembodem van de Gewone esdoorn is te beschouwen als een honingklier. De bloemen geuren sterk en trekken daar vooral aasvliegen mee aan. Vaak blijven deze aan de plakkerige discus kleven en sterven dan noodgedwongen.

Waarschuwing: In het blad van de Gewone esdoorn komen stoffen voor die giftig zijn voor paarden.

 Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van de Gewone esdoorn verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 23.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 446. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 454.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 605.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Acer pseudoplátanus