In onze loofbossen op voedselrijke bodems, zoals in het Zuid-Limburgse Eiken-Haagbeukenbos met zijn rijke ondergroei van struiken en kruiden, of in de struwelen van het Maasheggengebied in Noord-Limburg, kun je een stakige struik aantreffen. Deze bloeit vroeg in het voorjaar met geelgroene bloemen. Na bestuiving en bevruchting ontstaan hieruit doorschijnend rode bessen. De struik is zonder doorns, het is de Aalbes, Ribes rubrum L.. Vanwege het gebruik van de bessen wordt de Aalbes ook veel in tuinen gekweekt.
Aalbes, Ribes rubrum L., is een soort uit de Ribesfamilie, Grossulariaceae, die bekend is van de rode en zwarte bessen, waarvan jam gemaakt wordt. Ook de Kruisbes hoort tot deze familie.
Het is een struik die in het vroege voorjaar bloeit in onze voedselrijke loofbossen. De struik blijft tamelijk laag en kan een enkele keer tot bijna 2 m hoog worden. Ze is zonder doorns en dat onderscheidt Aalbes van Kruisbes. Er zijn maar weinig takken die uit de wortel te voorschijn komen waardoor de struik nogal stakerig overkomt.
De bladeren staan verspreid aan de takken; ze zijn handvormig, dat wil zeggen dat de hoofdnerven uit een punt in verschillende richtingen uiteen wijken. Ze zijn drie- tot vijflobbig en lopen niet erg spits toe. Dat is een onderscheid ten opzichte van de Zwarte bes, waarvan de bladeren bij fijnwrijven bovendien geurig zijn. De onderkant van de bladeren is dicht behaard met tussen de enkelvoudige haren soms wat zittende roodbruine klierknopjes. Aan de bladstelen zitten korte en lange gesteelde klieren.
Over de bloemen valt nog het volgende te vertellen. De kelkblaadjes zijn het meest opvallend en de kroonblaadjes zijn maar heel klein. De kelkblaadjes zijn lichtgeel tot groengeel van kleur. Later krullen ze terug. Je ziet dan op de bekervormige bloembodem een richel staan rond de stijl. Aan de buitenkant is deze brede kelkbeker kaal. Een aantal bloemen hangt bij elkaar in een trosvormige bloeiwijze. Als de bloemen bevrucht zijn groeit het vruchtbeginsel uit tot een rode bes. De huid van de bes lijkt wat doorzichtig. Ze bevatten veel vitamine C en worden graag gebruikt om er sap en jam van te maken of om gemengd in yoghurt of iets dergelijks als toetje te eten. Om deze reden wordt de Aalbes graag in tuinen gekweekt.
Aalbes vinden we vooral op nattere en voedselrijke gronden in beek- en rivierdalen en in onze voedselrijke bossen, maar ook in heggen en struikgewas en zelfs hier en daar in de bossen van de binnenduinen. Verder vind je ze in een klein deel van West Europa: Engeland, België, Noord-Frankrijk, tot in Duitsland toe. De plant is een goede indicator voor redelijk ongemoeid gelaten natuurlijke climaxbossen, zoals het Zuidlimburgse Eiken-Haagbeukenbos (43Ab1, zie de videofilm aldaar opgenomen). Als je de struik aantreft in een bos, kun je ervan uitgaan dat deze er spontaan gekomen is en dat het betreffende bos een redelijk natuurlijke ontwikkeling heeft ondergaan tot de huidige situatie.
MM_120107
gewijzigd 141120
Aalbes komt als struik in de ondergroei voor in de loofbossen op voedselrijke bodems en in struweelranden. Ook in de duinen vind je de Aalbes en soms tref je een struik aan in de knot van knotwilgen. Vind je de Aalbes in natuurlijke vegetatie, dan is dat een teken dat je met redelijk ongestoorde en spontaan ontwikkelde bosvegetatie te maken hebt, voorzover dat in ons land mogelijk is.
De ongedoornde struik is van oorsprong in Nederland te vinden in beek- en rivierdalen, op natte leemgronden en in de binnenduinen. Hij is hier vrij algemeen. Ook in België is hij vrij algemeen, maar zeldzaam in het kustgebied, Vlaanderen, de Kempen en de Ardennen.
Aangezien de Aalbes ook graag in tuinen wordt aangeplant vanwege de bessen die voor allerlei doeleinden gebruikt kunnen worden, komt de struik ook aangeplant veel voor.
43 Klasse der voedselrijke Eiken- en Beukenbossen
De bessen van Aalbes bevatten veel vitamine C en worden graag gebruikt om er sap en jam van te maken of om gemengd in yoghurt of iets dergelijks als toetje te eten. Om deze reden wordt de Aalbes graag in tuinen gekweekt.
Meer informatie over de ecologie van de Aalbes en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 289.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 314. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 328.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 675.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Ríbes rúbrum