Zwarte bes, Ribes nigrum, is een stakige struik in bossen die handlobbige bladeren heeft met een getande tot bijna gezaagde bladrand. De trossen met bloemen hangen iets onder de top van de rechtopstaande takken. De bloemen hebben een roodpaarsachtige kleur die afkomstig is van de kelkslippen. De vruchten zijn glanzend zwarte bessen, die vanwege hun smaak gebruikt worden om er jam en frisdrank, cassis, van te maken.
Het geslacht Ribes uit de Ribesfamilie of Grossulariaceae kent een drietal bekende struiken die eetbare bessen leveren, namelijk Kruisbes, Aalbes en Zwarte bes. Zwarte bes, Ribes nigrum L., is gemakkelijk te onderscheiden van Kruisbes, doordat er geen dorens zitten aan de takken en twijgen, net als bij Aalbes. Je onderscheidt Zwarte bes van Aalbes door de kleur van de bloemen: die zijn bij Aalbes wat geelachtig en bij Zwarte bes roodpaarsachtig.
Op de ondergrondse delen, een uitgebreid hoofdwortelstelsel, komen de takken tevoorschijn die vaak op de grond liggen en behoorlijk lang in leven blijven. Uit deze liggende takken komen ieder jaar takken, die rechtop staan; onderaan die zijtakken zitten gele klieren; ze lijken wel in snoeren ingeplant, wat Zwarte bes onderscheidt van Aalbes, die geen klieren aan de takken heeft. De schors van de takken kleurt naar grijs en bruin. Aan het eind van een jaar vervellen de takken en laat de bast in repen los. Door die omhoog staande weinig vertakte takken wordt het stakige uiterlijk bepaald. Soms kunnen er behoorlijk wat van die rechtopstaande takken tegelijk zijn wat dan echte haarden geeft, maar dit komt niet zoveel voor.
Aan de twijgen staan de bladeren verspreid. Ze zijn handvormig en vijflobbig, waarbij de twee buitenste kleine lobben vaak zelfs niet te zien zijn. Ze hebben een getande bijna gezaagde bladrand. De bladschijf is aan de onderkant bezet met klieren en op hun stelen kunnen wel een paar lange klierharen zitten. Als je de bladeren kneust en wrijft ruik je de lekkere geur van cassis.
De bloemen hangen in trossen. Maar helemaal boven aan de takken, die vanaf het tweede bestaansjaar kunnen bloeien en dat enige jaren volhouden, ontspruiten geen bloemtrossen en uit de topknop groeit een nieuwe rechtopstaande twijg met bladeren die later verhout en voor verlenging van de tak zorgt en tijdens de bloei als het ware voor een bebladerd pruikje boven de bloeiende trossen zorgt.
Om het onderstandig vruchtbeginsel staat de breed klokvormige kelkbuis, die van buiten bezet is met zachte haren en gele klieren. De kelkslippen zijn omgerold en roodpaarsachtig van kleur. De kleine kroonbladen staan rechtop en zijn donkerkleurig van binnen. De bloemen produceren best veel nectar waar insecten op afkomen, vooral hommels, vliegen en kevers. De bessen die na bevruchting uit het vruchtbeginsel ontstaan zijn glanzend zwart. Op de bessen blijven de bloemdelen zichtbaar. Ze worden veel door vogels gegeten die de zaden elders uitpoepen en zo voor verspreiding zorgen, ook van aangeplante struiken die op deze wijze kunnen verwilderen.
MM _211128
De soorten uit de Ribesfamilie hebben een verspreiding over het noordelijk halfrond in de gematigde streken en ook komen ze voor in het Andesgebergte in Zuid-Amerika. In onze contreien maakt Zwarte bes onderdeel uit van het 39Aa2 Elzenbroekbos; dat is van alle plantengemeenschappen, waarin de soort kan voorkomen, dé optimale natuurlijke standplaats. Dat is derhalve op zeer vochtige bodem; daar komt de soort overigens minder goed tot bloei dan in tuinen en dergelijke waar de bodem droger is en de struiken dus meer opbrengst leveren.
Bessen van Ribesstruiken worden veel gebruikt, bijvoorbeeld om er jam of frisdrank van te maken. Cassislimonade is van Zwarte bessen gemaakt. Om die reden worden deze struiken vaak aangeplant in moestuinen, soms zelfs in kleine fruitplantages.
Meer informatie over de ecologie van Zwarte bes en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 289.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 314. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 328.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 674.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Ríbes nígrum