Video Determinatie

Slanke waterkers - Nasturtium microphyllum

Waterkers is een vlezig kruid dat bij voorkeur als oeverplant in ondiep stromend water groeit. De planten wortelen in de onderwaterbodem en de vlezige, kale en kantige, holle stengels liggen op de bodem en vertakken zich. Op de knopen ontstaan wortels die zich dan weer hechten in de bodem. De stengels en hun vertakkingen richten zich op tot boven de waterspiegel en vormen aan hun uiteinden trossen met tamelijk kleine witte bloemen. Slanke waterkers heeft hauwen met per hok één rij zaden. De rijpe zaden hebben op de zijkant een mazenpatroon dat honderd of ruim meer mazen heeft.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een in ondiep stromend water groeiende, kale plantensoort met trossen met witte niet al te grote bloemen is de Slanke waterkers, Nasturtium microphyllum (Boenn.) Airy-Shaw, uit de Kruisbloemenfamilie of Brassicaceae. Een vroeger gebruikte wetenschappelijke naam is Rorippa microphylla (Boenn.) Rchb.

De planten van deze meerjarige soort wortelen in de onderwaterbodem. De op de slikkige bodem liggende lange en snel uitgroeiende stengels wortelen steeds weer op de knopen. Ze vormen omhooggaande stengels en in de oksels van de bladeren die niet boven het wateroppervlak uit komen kun je ook de witte aanzet van jonge worteltjes zien. De vlezige stengels zijn kantig rond en hol. De stengels kunnen vertakken.

De oneven geveerde, samengestelde bladeren zitten verspreid aan de stengel. Onder aan de voet van de bladsteel zijn twee oortjes te zien. De deelblaadjes nemen naar de top van het blad in grootte toe en het topblaadje is verreweg het grootst en is enigszins ruitvormig. De rand van de deelblaadjes is gekarteld met wijd uiteenstaande kleine insnijdingen. In de winter verkleuren de bladeren naar paars, waardoor ze beter bestand zijn tegen de winterse omstandigheden.

Stengels en zijstengels richten zich omhoog en vormen aan de top een tros met witte niet al te grote bloemen. Elke bloem heeft vier kelkbladen en vier witte kroonbladen. Deze kroonbladen zijn zo'n 6 mm lang. Er zijn zes meeldraden waarvan er vier langer zijn en twee korter. We noemen dit viermachtig. De helmknoppen zijn geel van kleur, een onderscheid met de Bittere veldkers, en nadat ze geopend zijn en hun pollen kwijt zijn, worden ze donker van kleur. Er is een bovenstandig vruchtbeginsel met een stijl en stempel. Na bevruchting ontwikkelt zich een hauw die als hij rijp is tussen de 16 en 22 mm lang is. De vruchtsteel  kan tot 20 mm lang zijn en is vaak gebogen. Bij het openen van een klep zitten de zaden in één rij, soms een beetje zigzag. Bij de Witte waterkers zitten in een hok onder een klep twee rijen zaden. De huid van de zaden is eerst licht groen en later oranje van kleur en heeft een mazenpatroon dat bestaat uit fijne opstaande richeltjes. Bij de Slanke waterkers bedraagt het aantal mazen 100 of meer op een kant van een zaad. Bij de Witte waterkers is de rijpe vrucht korter, zo'n 13-18 mm en is het aantal mazen op de zaadhuid 25 tot hooguit zo'n 50.

Alleen met een heel sterke loep is het mazenpatroon op de rijpe zaden goed te bekijken. Om definitief te kunnen besluiten of je met de Witte of de Slanke waterkers te doen hebt moet je dus de rijpe hauwen en de zaden daarin goed bekijken.

Witte waterkers en Slanke waterkers zijn te vinden in niet al te diepe sloten of beekjes met water dat stroomt. Dan kunnen ze beter concurreren met oeverplanten dan in stilstaand water.

MM_140810

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Witte kers - Nasturtium
Plantvorm:
oeverplant
Plantgrootte:
0.10 - 0.90 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
wit
Bloeiwijze:
tros
Bloemvormen:
viertallig, regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
4 kelkbladen, 4 kroonbladen
Meeldraden:
6 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
hauw
Zaden:
-
Stengels:
hol, geribd of geribbeld, kantig
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
oneven geveerd, samengesteld
Bladrand:
gekarteld
Ondergronds deel:
vlezig rhizoom/ wortelstok
Plantengemeenschappen:

Aangezien de Slanke waterkers nog niet zo lang geleden onderscheiden wordt van de Witte waterkers is de verspreiding van oudsher niet goed bekend. Ze is in onze contreien in ieder geval meer algemeen dan de Witte waterkers. Daarnaast komt ze ook voor in dezelfde ecotypen als de Witte waterkers. Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland beschrijft de plantengemeenschappen waarin de Slanke waterkers voorkomt als de

08 Rietklasse

08Aa3 Associatie van Groot moerasscherm

De plantensoort 'Slanke waterkers' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Slanke waterkers (in het Duits Einreihige Brunnenkresse of Braune Brunnenkresse genoemd) en Witte waterkers lijken heel sterk op elkaar en zijn alleen goed van elkaar te onderscheiden door de verschillen in de lengte van de rijpe hauwen, het aantal rijen zaden in een hok onder een klep: twee bij de Witte waterkers en één bij de Slanke waterkers en aan het mazenpatroon op de oranje zaden, namelijk ruim 25 bij de Witte waterkers en ruim honderd bij de Slanke waterkers. Omdat de planten verder nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn werden de twee soorten vroeger in een soort samengevoegd.

Daar komt nog eens bij dat er tussen de soorten bastaardering mogelijk is. Overigens worden vooral de bastaarden gekweekt als groente, bijvoorbeeld in het schone water van de beken bij Nijmegen, die van de stuwwal richting Ooijpolder stromen. De planten zij rijk aan vitamine C en worden dan ook gebruikt in salades

Uitgebreidere informatie over de ecologie van de Slanke waterkers en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 24-25.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 420. Vanwege de sterke gelijkenis met het geslacht Rorippa werd het geslacht Nasturtium door een aantal botanici ook wel samengevoegd tot een geslacht, namelijk Rorippa. Onze Slanke waterkers draagt dan de naam Rorippa microphylla.

In de de nieuwe 24ste druk van deze Heukels'flora blijft de wetenschappelijke naam Nasturtium: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 484.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 524.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Nastúrtium microphýllum.

In het Duitse taalgebied heet de soort Einreihige Brunnenkresse of Braune Brunnenkresse (Rothmaler, W. (1981) Exkursionsflora für die Gebiete der DDR und der BRD. Band 2 Gefässpflanzen, 10e druk: 195-196).