Video Determinatie

Glad vingergras - Digitaria ischaemum

De twee soorten Vingergras, Digitaria, zijn het gemakkelijkst te herkennen aan de bloeiwijze. Deze bestaat uit 2 of meer min of meer rechte aren die vlak bij elkaar ontspringen aan de top van de scheut. De aartjes bevatten één tweeslachtige bloem. Glad vingergras, Digitaria ischaemum, is weinig behaard, alleen op de bladschijf staan dichtbij de bladvoet wat lange verspreide haren. Het is een gras dat steeds meer in de stedelijke omgeving te zien is, bijvoorbeeld op stoepen tegen de wand van de huizenrij.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Het éénjarige Vingergras is gemakkelijk te herkennen aan de stijve aren, die als de vingers van een hand iets van elkaar aan de top van een scheut staan. Ook kent het gras geen ondergrondse wortelstok, zoals we van Handjesgras kennen.

De bladeren van Glad vingergras, Digitaria ischaemum (Schreb.) Mühlenb., uit de Grassenfamilie of Poaceae, zijn van boven kaal behalve aan de voet van het blad. Of de bladeren zijn alleen aan de rand behaard. De bladscheden zijn meestal ook nogal kaal. De beharing is een goed onderscheid met Harig vingergras. Deze soort heeft bladeren die van boven sterk behaard zijn en ook de bladscheden zijn behaard.
Op de overgang van bladschede naar bladschijf zit een vliezig tongetje van minder dan 2 mm. Dit is een onderscheid ten opzichte van het Handjesgras, dat geen tongetje, maar een dichte rij van haren heeft op die plek.
De bloeiwijzen bestaan uit tenminste twee, maar meestal meer tot soms wel vijftien stijve aren. Deze zijn steeds net iets boven elkaar ingeplant aan de hoofdas. Ook dit onderscheidt Vingergras van Handjesgras, immers, bij deze laatste staan de stijve aren vrijwel alle op een punt boven aan scheut ingeplant. De aartjes aan de aren bevatten slechts één tweeslachtige bloem.
Een aantal van de middelste en onderste bloeiwijzen is grotendeels in de schedes opgeborgen. Ze hebben cleistogame bloemen, dat zijn bloemen die in de bloemknop al door zelfbevruchting zaad zetten. Bij Harig vingergras zijn geen in de schedes opgeborgen bloeiwijzen te vinden, een onderscheid derhalve met de hier beschreven nauwverwante soort Glad vingergras.
MM_180714

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Vingergras - Digitaria
Plantvorm:
gras
Plantgrootte:
0.05 - 0.50 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
paars
Bloeiwijze:
aar
Bloemvorm:
grasbloem
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
2 kelkkafje, 2 kroonkafje
Meeldraden:
3 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
graanvrucht of korrel
Zaden:
-
Stengels:
hol tussen de knopen, rechtopstaand, glad
Schors:
-
Bladstand:
in twee rijen
Bladvorm:
lijnvormig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
bijwortelstelsel
Plantengemeenschappen:

Glad vingergras komt net als zijn nauwe verwant voor op open grond van akkers, langs spoorwegen en aan wegranden en langs paden. Je vindt Glad vingergras vooral in de zuidelijke en oostelijke streken van Nederland.

De plantensoort 'Glad vingergras' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Nog meer informatie over de ecologie van Glad vingergras en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 221-222.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 243. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 284.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 267.

In het Duitse taalgebied heet de grassoort: Kahle Fingerhirse of Fadenhirse; Rothmaler, W. (1981) Exkursionsflora für die Gebiete der DDR und der BRD. Band 2 Gefässpflanzen, 10e druk: 569.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Digitária ischáemum.