Smal fakkelgras, Koeleria macrantha, is een niet al te groot grijsgroen gras dat je voornamelijk op kalkgrasland aantreft. Het gras heeft een smalle bloeiwijze die een beetje lijkt op een fakkel. De aartjes zitten tegen de aaras aangedrukt, hebben twee tot drie bloemen en geen kafnaalden. Tijdens de bloei zijn ze uitgespreid waardoor het pluimkarakter enigszins naar voren komt. Het gras vormt kleine pollen en is meerjarig.
De vorm van de bloeiwijze van het Fakkelgras doet wel iets aan een fakkel denken. Ze is 4 tot 7 cm lang, een onderscheid met Breed fakkelgras dat een bloeiwijze heeft van gemiddeld 15 cm lang. De aartjes, die hoogstens 6 mm lang zijn, zijn 2 tot 3 bloemig en de onderste kroonkafjes van 1e en 2e bloem zijn ongenaald, maar wel kort stekelpuntig. De kelkkafjes zijn overlangs gevouwen; we noemen dat wel gekield. Voor en na de bloei is de bloeiwijze samengetrokken; tijdens de bloei is de bloeiwijze enigszins pluimvormig uitgespreid vooral op zonnige dagen. Dan is ook zichtbaar dat de aartjes wat donzig behaard zijn en een zilveren of purperen glans hebben door de kleur van de meeldraden. Na de bloei trekken de aartjes weer samen tegen de aaras.
MM_211208
Het verspreidingsgebied of areaal van Smal fakkelgras omvat Europa en verder een groot deel van de gematigde zone van het noordelijk halfrond. Het is van oorsprong een steppenplant en je vindt de soort tegenwoordig ook op de Amerikaanse prairie. De soort verdraagt sterk uitdrogende zandige bodems goed en staat ook op krijt. Het is een soort van kalkhoudende bodems van Zuid-Limburg, en kan ook gevonden worden in rivierdalen en de duinen.
Deze grassoort komt nogal in de verdrukking en wordt bijvoorbeeld op de kalkgraslandhellingen in Zuid-Limburg door Gevinde kortsteel overvleugeld.
De wetenschappelijke benaming Koeleria verwijst naar botanicus Koeler uit Mainz (eind 18e eeuw).
De oude naam Scherpgras stoelde op een niet altijd aanwezige beharing van de bladeren.
De soortaanduiding macrantha, samengesteld uit het Griekse makros en anthos, betekent letterlijk grootbloemig en is wat misleidend en zou beter passen bij Breed fakkelgras, dat grotere bloemen heeft dan Smal fakkelgras (met dank aan Jan van Twisk).
Nog meer informatie over de ecologie van Smal fakkelgras en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 145-146.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 221. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland: 246.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 277. In deze flora luidt de Nederlandse naam Gewoon fakkelgras en de wetenschappelijke naam Koeleria cristata.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Koeléria macrántha.