Aan de schermen die bestaan uit zo'n 20 tot 30 schermpjes kun je in de zomer de bloeiende Grote watereppe, Sium latifolium, herkennen. De planten staan in de oeverzone van diverse zoetwater plassen, meren, rivieren, kanalen en beken. De boven water uitstekende bladeren zijn enkel geveerd en de deelblaadjes hebben stelen en een scherp gezaagde bladrand. Het deelblaadje aan de top van het blad heeft een steel die langer is dan de stelen van de andere deelblaadjes. De regelmatige bloemen hebben witte kroonbladen en de vruchten vallen op door hun dikke ribbels.
Een echte zomerbloeier onder de oeverplanten uit de Schermbloemenfamilie is de Grote watereppe, Sium latifolium L..
De overblijvende meerjarige planten zijn onbehaard en kunnen tot zo'n 1,25 meter hoog worden. In tegenstelling tot de Kleine watereppe, heeft de Grote watereppe geen ondergrondse uitlopers. Wel heeft de plant aan de wortel zogenaamde wortelknoppen en lijkt daarmee wel wat op een klein blijvende wortelstok. Uit deze wortelknoppen kunnen nieuwe rechtopstaande stengels ontstaan, waardoor er toch meerdere planten bij elkaar te vinden kunnen zijn. De planten staan laag aan de oever meestal in het ondiepe water.
In dat ondiepe water ontstaat een soort van rozet met 2-3 voudig geveerde onderwaterbladeren. De stengel is buisvormig, geribd en hol. De bladeren boven het wateroppervlak staan verspreid aan de stengel. Ze zijn enkel geveerd met tamelijk grote eironde tot langwerpige deelblaadjes met een steel en een fijn gezaagde, scherpe bladrand. Het deelblaadje aan de top heeft een lange steel.
De bloeiwijzen zijn schermvormig en staan eindelings aan de lange rechtopstaande stengels en de zijstengels. En niet, zoals bij de Kleine watereppe, bijna steeds tegenover een blad aan de zigzag verlopende stengel. Een scherm is samengesteld uit veel schermpjes; het aantal varieert tussen 20 en 30. Onder het scherm en onder de schermpjes staan een omwindsel, respectievelijk omwindseltjes. Het aantal bladeren onder het omwindsel resp. de omwindseltjes bedraagt 2 tot 6. Ze zijn enigszins gezaagd. De vijftallige bloemen hebben vijf priemvormige kelktanden die staan ingeplant op het onderstandig vruchtbeginsel, net als de vijf witte kroonbladen. De grootte van de kelktanden kan onderling een beetje verschillen.
Grote watereppe is een oeverplant die ook een rol speelt in de verlandingseffecten van oevers.
MM_140404
Het verspreidingsgebied van de Grote watereppe is Europa met uitzondering van het noorden. Ook het westen van Siberië hoort tot het oorspronkelijke verspreidingsgebied. In onze contreien is de verspreiding algemeen in de klei- en veengebieden en langs de grote rivieren, kanalen en beken. Het is een typische oeverplant die een bijdrage levert aan de verlanding van oevers. Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland beschrijft Grote watereppe als een kenmerkende soort van de
08 Riet-klasse
De Grote watereppe is giftig.
Uitgebreidere informatie over de ecologie van de Grote waereppe en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 259-262.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 558. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 758.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 643.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Síum latifólium.