Addertong - Ophioglossum vulgatum

Addertong, Ophioglossum vulgatum, is een wat afwijkende varenplant, die bovengronds een steriel blad heeft met een apart vruchtbaar gedeelte waarin de aarvormig gerangschikte sporenkapsels te vinden zijn. Net als andere varens heeft de lichtgroene plant een voorkeur voor natte, voedselarme en humeuze bodem, zoals je vindt in duinvalleien, ijle rietlanden, schraalland en soms in bossen.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Als meest algemeen voorkomende varens in het noordwesten van Europa kennen we de grote bladvarens, maar er komen ook bijzonder gevormde varens voor in onze contreien. Zo'n meer bijzondere en ook zeldzamere varen is Addertong, Ophioglossum vulgatum L., uit de Addertongfamilie of Ophioglossaceae.

Deze meerjarige varen heeft een kort en dik wortelstokje, waaruit ieder jaar opnieuw een blad tevoorschijn komt. Dit blad staat direct op het vlezige wortelstokje en heeft een steel die wel wat op een korte stengel lijkt. Eigenlijk is dit een samengevouwen schede. Het blad wordt tot ongeveer 15 cm lang, heeft een eironde tot langwerpige, elliptische vorm en is gaafrandig. Het lijkt wel wat op een schuinstaande spade. We noemen dit wel het onvruchtbare of steriele deel van de varen. Als er geen vruchtbaar bladdeel aanwezig is, is de bladsteel vlak. 

Uit de kleine wortelstok, omhuld in het onderste deel door de bladsteel of schede, komt het fertiele of vruchtbare deel van de varen naar boven. Dit vruchtbare deel heeft een stengel met bovenaan een bleekgroene aar waarin veel sporendoosjes of sporangia te vinden zijn, die in twee rijen boven elkaar aan de stengel staan. Dit vruchtbare of fertiele deel is onvertakt. In deze sporangia vindt de reductiedeling plaats waardoor sporen ontstaan met de helft van het aantal chromosomen dat in de cellen te vinden is van de rest van de varen. Als de sporen rijp zijn, springen de sporangia met een dwarse spleet open. Als de sporen door de wind zijn meegenomen zie je de twee achtergebleven kleppen van de sporangia nog aan de steel zitten.

De planten sporuleren in de maanden juni tot augustus. Je kunt dat eigenlijk niet de bloeitijd noemen, want varens hebben geen bloemen zoals we die kennen bij de echte bloemplanten.

Deze bijzondere varen vind je in duinvalleien en duinpannen, waar de bodem vochtig tot nat is en niet al te voedselrijk. Zelfs langs zilte kreken kun je Addertong wel aantreffen en soms ook op natte plekken in bossen.

MM_180122

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Addertong - Ophioglossum
Plantvorm:
sporenplant
Plantgrootte:
0.04 - 0.35 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
groen
Bloeiwijze:
aar
Bloemvorm:
nvt
Bloemtype:
-
Bloembladen:
-
Meeldraden:
-
Vruchtbeginsel:
-
Stijlen:
-
Stempels:
-
Vrucht:
-
Zaden:
-
Stengel:
rechtopstaand
Schors:
-
Bladstand:
wortelstandig, rozet
Bladvormen:
elliptisch, eirond, enkelvoudig (gewoon blad)
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
vlezig rhizoom/ wortelstok
Plantengemeenschappen:

Het areaal van Addertong strekt zich uit over het noordelijk deel van Noord-Amerika, Europa en Azië. Opvallend is dat Addertong op de natte plaatsen, duinvalleien, als natuurgebied behouden zeldzame boezemhooilanden, waar de soort staat vaak vergezeld wordt door orchideeën.

De plantensoort 'Addertong' komt voor in de volgende plantenassociaties:

De meerjarige soort kenmerkt zich door het bezit van een korte wortelstok. Het groeipunt brengt ieder jaar één blad voort dat uit een steriel en fertiel deel bestaat met een gemeenschappelijke steel, hoewel het lijkt alsof de steel van de sporenaar vanuit het onderste deel van de bladsteel komt.

Meer informatie over de ecologie van Addertong en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 28-29.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 53. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 67.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 174.

Haveman, R. et al. (2021) Nova Flora Neerlandica, deel 1 Wolfsklauwen, Biesvarens, Paardestaarten en Varens. KNNV Uitgeverij: 80-85.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Ophioglóssum ovátum.